Programmeerhandleiding voor de Vercise™ Neuronavigator 4
De stimulator programmeren
nl
Een programma opstellen of wijzigen
Selecteer voor het opstellen van een nieuw programma of het aanpassen van een bestaand programma de knop Programma en kies uit een
van de vier programma's met de vervolgkeuzepijl. In het systeem kunt u maximaal vier programma's op een stimulator configureren.
Voor een bepaald programma kunt u diverse opties bekijken en/of wijzigen via de knop Programmaopties. De programmaopties omvatten het
volgende:
Tabel 6: Programmaopties
Nr. Functie
Beschrijving
1 Batterij
Bij een niet-oplaadbare stimulator wordt de index voor energieverbruik voor het huidige programma
weergegeven. Deze waarde wordt gebruikt om in het huidige programma van de niet-oplaadbare stimulator
energieverbruik” deel van deze handleiding.
Bij een oplaadbare stimulator wordt een geschatte oplaadtijd voor het huidige programma weergegeven. Deze
waarde geeft een geschatte duur en frequentie van opladen die nodig is om stimulatie te behouden.
2 Opstarttijd
Tijd voor het geleidelijk verhogen van de stimulatie van nul tot de geprogrammeerde amplitude wanneer de
stimulatie op ON staat.
Standaard
Opties
Bereik
AAN
ON/OFF
1 sec tot 10 sec
3
Cyclus uitvoeren
De in- en uitschakelduur van stimulatieafgifte.
Standaard
Opties
Bereik
UIT
ON/OFF
1 sec tot 90 min
4 Kopiëren naar
Kopieer de huidige programma-instellingen naar een ander programma
5
Verwijderen
Verwijder de instellingen voor het huidige programma
Stimulatiegebieden selecteren
Voor een bepaald programma kunt u maximaal vier gebieden configureren. Met een nieuw programma wordt een gebied automatisch
toegekend aan elke nieuwe hersenhelft en voorzien van een naam op basis van het gedefinieerde doel en kant van de hersenen die
geselecteerd is in het
tabblad Configureren
. U kunt een extra gebied toevoegen door een leeg gebied te selecteren (+) en een configuratie te
kiezen (bijv. Linker STN). U kunt een gebied opnieuw toewijzen door eerst
Opties
te selecteren en vervolgens
Gebied verwijderen
te kiezen.
Vervolgens kunt u een andere gebied selecteren.
Opmerking:
Vooraf gedefinieerde simulaties kunnen worden geïmporteerd uit Elements door het selecteren van belastingsimulatie met de
knop Gebiedsopties.
Contacten selecteren
U kunt handmatig anodes en kathodes toewijzen in
Aangepaste modus
of stapsgewijs een stimulatieveld sturen langs de lead in de
Stuurmodus
. Stuurmodus is beperkt tot een monopolaire configuratie van een enkele kathode of aangrenzende kathodes.
Voor het geven van anodische stimulatie moet u
aangepaste modus
gebruiken. U kunt de stimulatorhoes en alle contacten afzonderlijk als
anode of kathode toewijzen in de Aangepaste modus. De uitwendige teststimulator (ETS) wordt beperkt tot
Aangepaste modus
omdat de
stimulatorhoes niet als een kathode of een anode kan worden toegewezen.
Opmerking:
Door van Aangepaste modus over te schakelen naar Stuurmodus worden alle toewijzingen voor het contact en de
stimulatorhoes gewist.
Opmerking:
Stimulatie met meerdere onafhankelijke stroombesturingen (MICC) met een directionele lead wordt Cartesia 3D genoemd.
Opmerking:
Stimulatie met uitsluitend leadcontacten toegewezen als anode(s) en de IPG-case toegewezen als kathode worden
monopolaire anodische stimulatie (MAS) genoemd.