Nederlands |
103
Bosch Power Tools
1 609 929 L56 | (4.6.08)
Als u het gereedschap
opnieuw wilt inschake-
len
, zet u de aan/uit-schakelaar
3
in de uitge-
schakelde stand en schakelt u het elektrische
gereedschap opnieuw in.
Opmerking:
Als het elektrische gereedschap al-
leen nog maar met een sterk verminderd toeren-
tal loopt, is de terugslaguitschakeling uitgeval-
len. Het elektrische gereedschap moet zo
spoedig mogelijk aan de klantenservice worden
verzonden. Zie voor adressen het gedeelte
„Klantenservice en advies“.
Nulspanningsbeveiliging
De nulspanningsbeveiliging voorkomt ongecontro-
leerd starten van het elektrische gereedschap na
een onderbreking van de stroomtoevoer.
Als u het gereedschap
opnieuw wilt inschake-
len
, zet u de aan/uit-schakelaar
3
in de uitge-
schakelde stand en schakelt u het elektrische
gereedschap opnieuw in.
Aanloopstroombegrenzing
De elektronische aanloopstroombegrenzing be-
grenst het vermogen bij het inschakelen van het
elektrische gereedschap en maakt het gebruik
met een zekering van 16 A mogelijk.
Opmerking:
Als het elektrische gereedschap on-
middellijk na het inschakelen met volledig toe-
rental loopt, zijn de aanloopstroombegrenzing,
de nulspanningsbeveiliging en de terugslaguit-
schakeling uitgevallen. Het elektrische gereed-
schap moet zo spoedig mogelijk aan de klanten-
service worden verzonden. Zie voor adressen
het gedeelte „Klantenservice en advies“.
Tips voor de werkzaamheden
f
Voorzichtig bij het frezen van sleuven in
dragende wanden. Zie het gedeelte „Bouw-
kundige aspecten”.
f
Span het werkstuk in als het niet door het
eigen gewicht stabiel ligt.
f
Belast het elektrische gereedschap niet zo
sterk dat het tot stilstand komt.
f
Laat het elektrische gereedschap na sterke
belasting nog enkele minuten onbelast lopen
om het inzetgereedschap te laten afkoelen.
f
Slijp- en doorslijpschijven worden tijdens
de werkzaamheden zeer heet. Raak deze
niet aan voordat ze zijn afgekoeld.
Opmerking:
Trek de stekker uit het stopcontact
als u het gereedschap niet gebruikt. Het elektri-
sche gereedschap heeft een gering stroomver-
bruik als de stekker in het stopcontact gestoken
is en er netspanning aanwezig is, ook als het ge-
reedschap uitgeschakeld is.
Afbramen
f
Gebruik nooit doorslijpschijven voor af-
braamwerkzaamheden.
Met een werkhoek van 30° tot 40° krijgt u bij
het afbramen het beste werkresultaat. Beweeg
het elektrische gereedschap met matige druk
heen en weer. Het werkstuk wordt dan niet te
heet, verkleurt niet en krijgt geen groeven.
Lamellenschijf
Met de lamellenschijf (toebehoren) kunt u ook
gebogen oppervlakken en profielen bewerken.
Lamellenschijven hebben een aanzienlijk lange-
re levensduur, een lager geluidsniveau en lagere
slijptemperaturen dan traditionele slijpschijven.
Metaal doorslijpen
f
Gebruik voor het doorslijpen van metaal al-
tijd de beschermkap voor doorslijpen 14.
Werk bij het doorslijpen met een matige voor-
waartse beweging, aangepast aan het te bewer-
ken materiaal. Oefen geen druk op de doorslijp-
schijf uit, houdt deze niet schuin en laat de
schijf niet oscilleren.
Rem uitlopende doorslijpschijven niet af door er
aan de zijkant tegen te drukken.
Met het elektrische
gereedschap moet
altijd tegenlopend
worden geslepen.
Anders bestaat het
gevaar dat de ma-
chine
ongecontro-
leerd
uit de zaag-
lijn wordt geduwd.
Profielen en vier-
kantbuizen kunt u
het best bij de
kleinste diameter
doorslijpen.
OBJ_BUCH-429-005.book Page 103 Wednesday, June 4, 2008 11:55 AM