27
INSTALLATIE
Belangrijk te onthouden tijdens de
installatie.
• Ventilatie als in fig. 1 is essentieel.
• Als het onderste deel van de kookplaat vanaf
de kast/lade kan worden bereikt, moet er een
beschermpaneel worden geplaatst zoals in fig.
1. Dit is niet noodzakelijk als er een oven onder
de kookplaat is geïnstalleerd.
• Er moet ten minste 20 mm tussen de onderkant
van de kookplaat en eventuele kastdelen of
werkblad zitten, met uitzondering van het
aansluitblok (fig. 1).
• Er moet ten minste 50 mm tussen het gat voor
de kookplaat en de zijmuur zitten.
• Er moet ten minste 53 mm tussen het gat voor
de kookplaat en de achtermuur zitten.
• Controleer of de stroomkabel niet klem komt te
zitten tijdens de installatie.
De kookplaat installeren
De kookplaat is conform IEC-norm 335-2-6.
Uitsluitend dergelijke apparaten mogen naast een
hoge kast of muur worden geïnstalleerd.
Afmetingen kookplaat
7
8
4
2
1
5
8+17
4
2
8
5
7
5
5
Afmetingen voor gat werkblad
0
5
3
9
4
5
.
3
5
0
5
n
i
M
3
7
3
6
5
Ga als volgt te werk:
1. Maak een gat in het werkblad (min. 30 mm dik).
Zie de afbeelding voor de afmetingen van het
gat voor het werkblad.
2. Plaats de afdichtstrip helemaal langs de
bovenrand van het installatiegat.
3. Bevestig de klemmen aan de onderrand van de
kookplaat.
Zie fig. 2.
4. Plaats de kookplaat in het gat. Schroef de
klembeugels op hun plaats.
De kookplaat verwijderen
1. Trek de stekker uit het stopcontact en
verwijder de zekering van de kookplaat uit de
zekeringkast.
2. Verwijder de klembeugels en til de kookplaat
omhoog.
20 mm
4 mm
m
m 5
2
Fig. 1
m
m
03
m
m
04
Fig.
GAR
ANTIE EN SER
VICE
Lees v
oorda
t u de ser
viceaf
deling belt "
Als de
kook
plaat niet w
erkt"
.
Zie v
oor meer inf
orma
tie o
ver ser
vice- en
garan
tievoor
waar
den de bijgeslot
en apar
te
infor
matie
.