66
maximaal 90°C (gemiddelde wandtempera-
tuur). Het is daarom raadzaam geschikte
bescherming te dragen in geval van contact
met de buitenwanden van de condensor.
• KOELVLOEISTOF. De condensors van Alfa
Laval zijn ontworpen voor gebruik met koel-
vloeistoffen van groep 2 volgens art. 9 van de
Richtlijn 97/23/EG. Deze vloeistoffen zijn niet
giftig-schadelijk of explosief, maar de normale
voorzichtigheid moet in acht worden genomen.
Met name bij koelsystemen die vooraf gevuld
zijn met koelvloeistof, moet rekening worden
gehouden met alle omgevingscondities die
kunnen leiden tot een abnormale drukverho-
ging en die absoluut geen belemmering mogen
vormen voor de werking van de veiligheidsin-
richtingen. In elk geval moeten de voorschrif-
ten worden opgevolgd met betrekking tot de
installatie van de ontluchtingsklep van het koel-
middel, zoals genoemd in punt 2.5 van deze
handleiding. In geval van een warmtewisselaar
die bedoeld is voor gebruik met vloeistoffen
van groep 1, moeten alle veiligheidsvoorschrif-
ten die zijn vastgelegd in de Richtlijn 97/23/EG
en in de verschillende nationale normen nauw-
keurig door de bediener worden opgevolgd.
• WATER. Het water waaraan enkele anti-
vriesmiddelen zijn toegevoegd, kan giftig zijn.
3.2 VEILIGHEIDSSYSTEMEN
Hieronder worden enkele aanbevelingen gedaan
die moeten worden opgevolgd tijdens de installa-
tie, het opstarten en het onderhoud van het sys-
teem
Het is van uiterst belang om tijdens de installatie
alle veiligheidsaccessoires aan te brengen die bij
punt 2.5 van deze handleiding zijn beschreven,
met name het ingangswaterfilter en de regelklep
van de waterstroom.
3.2.1 Bevriezing
Bevriezing van het water in de buizen is geen
normaal verschijnsel bij condensors. Het kan
voorkomen wanneer een grote hoeveelheid koel-
vloeistof in korte tijd uit het koelcircuit wordt
geduwd, vanaf de condensor of in de buurt hier-
van. Een van de meest voorkomende gevallen is
de opening van de klep door een te hoge druk-
hoogte. Dit gebeurt wanneer de watertempera-
tuur zeer hoog is of als de waterstroom wordt
afgesloten. Andere oorzaken zijn het per ongeluk
kapotgaan van een koelvloeistofleiding of het ver-
wijderen ervan uit een gesloten eenheid.
Bevriezing kan ook worden veroorzaakt door een
onvolledige drainage van de warmtewisselaar
waardoor deze blootgesteld blijft aan de lage
temperaturen tijdens de stilstand van het sys-
teem. Het is derhalve raadzaam nauwkeurig de
procedures te volgen die zijn beschreven in het
hoofdstuk Inspectie en onderhoud.
3.2.2 Trillingen
Te veel trillingen aan zowel de koelvloeistofzijde
als aan de waterzijde kunnen op den duur aan-
zienlijke schade aan de condensor veroorzaken.
Om de overbrenging van trillingen aan de water-
zijde te reduceren, is het raadzaam dempers aan
te brengen dichtbij de wateraansluitingen, in de
steunen en op de constructie. Aan de koelvloei-
stofzijde is het echter raadzaam om trillingsdem-
pende inrichtingen aan te brengen, zoals
genoemd in punt 2.5 van deze handleiding.
Indien de condensor wordt geïnstalleerd als steu-
nelement van de compressor, moeten er absoluut
voorzieningen worden getroffen om te voorko-
men dat trillingen worden overgebracht op de
condensor.
3.2.3 Stopzetten van de waterpompen
Tijdens het stopzetten van het systeem is het
raadzaam een vertraging in te stellen bij het stop-
pen en een vervroeging bij het starten van de
pompen, om verhoging van de watertemperatuur
in de leidingen te voorkomen, die kan leiden tot
de vorming van aanslag.
3.3 KWALITEIT EN BEHANDELING VAN HET
WATER
Koeltorenwater kan worden behandeld. Putwater,
leidingwater of rivierwater heeft normaal gespro-
ken geen behandeling nodig: in dit geval is de
installatie van een filter boven de condensor vol-
doende. De bediener heeft de taak de kwaliteit
van het gebruikte water te beoordelen en ervoor
te zorgen dat deze compatibel is met de
gebruikte materialen in de condensor, zie
tab-9
.
De kwaliteit van het water kan, vanwege boven-
staande redenen, een grote invloed hebben op
de prestaties en de duurzaamheid van de warm-
tewisselaar. Een eerste stap in de waterbehande-
ling is de chemische analyse van de vloeistof,
welke moet worden uitgevoerd door gekwalifi-
ceerd personeel van een bedrijf dat hierin is
gespecialiseerd. Raadpleeg voor meer informatie
en aanbevelingen over dit onderwerp hoofdstuk 6
van de handleiding "Plate heat exchangers for
refrigeration applications - Technical reference
manual" van Alfa Laval.
De gebruikte methodes voor de interne reiniging
van de buizen, zijn de volgende:
• mechanisch, door middel van borsteling van de
binnenzijde van de buizen: dit kan alleen wor-
den uitgevoerd bij units met conventionele,
gladde buizen.
• chemisch, door in de buizen een chemische
oplossingen te laten circuleren die worden
gekozen op basis van het type vuil: organisch
of anorganisch. Deze methode kan worden
toegepast op alle soorten buizen die aan de
binnenzijde zowel glad als onregelmatig
mogen zijn, en mag alleen worden uitgevoerd
door gekwalificeerd personeel.
Voor de reiniging kan een mechanische of een
chemische methode worden gekozen waarbij
gebruik wordt gemaakt van producten met een
dubbele werking die zorgen voor zowel de verwij-
dering van de aanslaglaag als de preventie van
corrosie. Een product dat wordt aanbevolen is P3
Содержание ACFC/M Series
Страница 103: ...101 2 3 4 2 4 5 rotalock 6 7 ISO 228 1 G 5 Alfa Laval 8 2 5 PS 3 3 1 2 3 97 23 CE PED...
Страница 107: ...105 FIG 1...
Страница 108: ...106 FIG 2...
Страница 110: ...108 FIG 4...
Страница 113: ...111 FIG 8a...
Страница 114: ...112 FIG 8b...
Страница 119: ......
Страница 120: ...Alfa Laval Spa Via delle Albere 36040 Alonte VI Italy Tel 39 0444 725411 Fax 39 0444 725400 cod 11100415 Edition 11 04...