NL
42
MH540 | MH770 | MH1150
Ingebruikname
4.3.6
Versnellingshendel monteren (25)
1. Handgreep (25/1) op versnellingshendel
(25/2) schroeven.
4.3.7
Koppelingshendel monteren (26)
1. Koppelingshendel (26/1) met stelschroeven
door de boringen van de duwboom (26/2)
steken.
2. De moeren (26/3) aanbrengen en vastdraai-
en.
4.3.8
Afschermkap monteren (27, 28)
1. Voorste dwarsbeugel (27/1) midden op de
beugel (27/2) aanleggen, zodat de gaten
overeenkomen.
2. Zeskantbout er doorheen steken en moer
vastdraaien.
3. Achterste dwarsbeugel (27/3) rechts en links
van de beugel aanleggen.
4. Zeskantbout er doorheen steken en moer
vastdraaien.
5. Afdekkap (28/1) op de dwarsbeugel (28/2)
plaatsen.
6. Schroeven met ringen van boven door afdek-
kap en dwarsbeugel steken.
7. De moeren van onderen aanbrengen en
vastdraaien.
5
INGEBRUIKNAME
5.1
Duwboom instellen MH770, MH1150 (29)
Duwboom in de hoogte verstellen
De normale hoogte-instelling komt overeen met
heuphoogte.
1. Klemhendel (29/1) aan het onderuiteinde van
de duwboom losmaken.
2. Duwboom neigen tot de passende hoogte
bereikt is (29/a).
3. Klemhendel vastdraaien.
Duwboom opzij verstellen
De zijdelingse verstelling van de duwboom maakt
het mogelijk dat een al bewerkt gedeelte niet op-
nieuw hoeft te worden betreden. De duwboom is
naar links en naar rechts steeds met 35° verstel-
baar.
1. Draaigreep (29/2) licht opdraaien tot de duw-
boom zich opzij laat bewegen.
2. Duwboom naar links of naar rechts in de ge-
wenste positie draaien (29/b).
3. Draaigreep vastdraaien.
5.2
Oliehoeveelheid controleren en bijvullen
1. Voor de inbedrijfstelling en voor ieder gebruik
het oliepeil in de versnellingsbak en in de
motor nakijken.
2. Indien er te weinig tandwielolie of motorolie
aanwezig is: Olie bijvullen.
Tandwielolie
zie
Hoofdstuk 7.2 "Tanndwielolie bijvullen of ver-
versen MH770, MH1150 (38)", pagina 44
Motorolie
OPMERKING
Neem voor gedetailleerde in-
formatie de aparte gebruikershandleiding van de
motor in acht.
6
BEDIENING
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel als
gevolg van loskomende delen van het appa-
raat.
Delen van het apparaat die loskomen tij-
dens het gebruik kunnen ernstig letsel veroorza-
ken.
■
Controleer voordat het apparaat wordt inge-
schakeld of alle delen van het apparaat ste-
vig zijn vastgeschroefd.
■
Bevestig snijbladen zo dat ze niet kunnen
loskomen tijdens het gebruik.
6.1
Motorhak naar de werkplek rollen (30,
31)
MH540 (30)
Voor het rollen van de motorhak het wiel in de
transportstand (30/A) brengen.
1. Wielbeugel naar rechts trekken (30/a).
2. Wiel naar boven zwenken (30/b) en laten
vastklikken
Vóór de bewerking van de grond het wiel in de
werkstand (30/B) zetten.
1. Wielbeugel naar rechts trekken (30/a).
2. Wiel naar beneden zwenken (30/b) en vast
laten klikken.
MH770 (31)
Wiel voor de bewerking van de grond in de
werkstand zetten:
1. Wielbeugel (31/1) naar rechts trekken (31/a).
2. Wiel naar boven zwenken (31/b).
3. Wielbeugel (31/1) door de boring terugschui-
ven.
Het zwenken in de transportstand vindt op gelijke
wijze plaats.