AL-KO 119589, Перевод оригинальной инструкции по сборке, Страница: 28 / 49

nl
Instelling houder van bak
28 476240_c
1 Steek aan beide kanten de steun in het on-
derste deel van de grasopvangbak (9).
2 Breng deze waterpas in en draai ze naar bo-
ven (10, 11 en 12)
3 Steek de voorste steun (13a) in het onder-
ste deel van de grasopvangbak (13b) vast
en verschroef langs buiten met slotschroeven
M6x35, schijven en zelfbeveiligende moeren
(14).
4 Schroef het bovenste deel van het frame
(15a) op de steun vast met slotschroeven
M6x35, schijven en zelfbeveiligende moeren.
5 Verbind het bovenste deel met de steunen
en schroef met 2 Torx Tx30 en vier slotschro-
even vast (16 en 17).
6 Maak de stof van de grasopvangbak in het
bovenste deel vast (18).
7 Zet het deksel van de bak erop en schroef dit
op het frame van de bak vast (20 en 21).
Tip: lenskopschroef (Torx) M6x22 en schijf Ø
6x18.
8 Steek de bedieningshendel door de gra-
sopvangbak (22), beveilig de lenskopschroef
(Torx) M6x35 en de zelfbeveiligende moeren
tegen uittrekken (23).
INSTELLING HOUDER VAN BAK
ADVICE
Na montage van de grasopvangbak
moet de afstand tussen gazontrekker en
grasopvangbak 0 mm bedragen! (27, 28)
1 Meet telkens links en rechts de afstand tus-
sen grasopvangbak en gazontrekker.
Bij een afstand van > 0 mm moeten de armen van
de bak conform de gemeten afstand worden bij-
gesteld!
2 Neem de grasopvangbak weg. (30).
3 Draai de 4 zeskantbouten op beide armen
van de bak een halve omwenteling los (31).
4 Stel de armen links en rechts conform de re-
spectief gemeten afstand naar boven bij en
draai de onderste zeskantbouten aan beide
armen weer vast (32).
5 Stel in een hoek van 90° vertrekkend van de
achterwand tot aan de verbindingsstang van
de armen van de box, een afstand in van 189
mm (33).
6 Trek de bovenste zeskantbouten van de ar-
men van de bak met 40 - 50 Nm weer aan.
7 Hang de grasopvangbak weer op (35).
8 Controleer de afstand tussen de grasopvang-
bak en de gazontrekker Stel eventueel bij!
(36)
STARTBATTERIJ MONTEREN
De leveromvang van de gazontrekker omvat een
startbatterij.
De houder van de startbatterij bevindt zich onder
de motorkap.
In principe is de startbatterij af fabriek opgeladen.
WAARSCHUWING!
Gevaar door verkeerde omgang met
de startbatterij!
Neem volgende punten in acht om ge-
varen te vermijden die kunnen ontstaan
door foutieve omgang met de batterij!
De startbatterij mag niet in de onmiddellijke
omgeving van open vuur worden opgeslagen
of verbrand of op een verwarming worden ge-
legd. Er bestaat explosiegevaar.
Bewaar de startbatterij tijdens de winter in
een koele, droge ruimte (10 - 15 °C). Tem-
peraturen onder het vriespunt moeten verme-
den worden tijdens de opslag.
Laat de startbatterij niet gedurende een lan-
gere tijd ongeladen. Wanneer de startbatte-
rij gedurende langere tijd niet werd gebruikt,
moet deze met een geschikt apparaat wor-
den opgeladen.
Vernietig de startbatterij niet. De elektrolyt
(zwavelzuur) veroorzaakt brandwonden op
de huid en verbranding van de bekleding -
was onmiddellijk uit met veel water.
Houd de startbatterij schoon. Wis enkel af
met een droge doek. Gebruik daarvoor geen
water, benzine, verdunningsmiddel of derge-
lijke!
Houd de aansluitpolen schoon en vet in met
poolvet.
Sluit de aansluitpolen niet kort.
1. Trek de contactsleutel (7b) eruit.
2. Open de motorkap.