41
42
Identificatie van elke component
1. Mondstuk en Opening om het mondstuk aan te brengen
2. LCD-display
(3-cijferig op ‰ en mg/L of 4-cijferig op % BAC)
3. Startknop
4. Luchtuitlaat (altijd dit deel gedeblokkeerd)
5. Klep batterijvak (aan de achterkant van het apparaat)
Voor het meest nauwkeurige meetresultaat
A)
Wacht na de laatste slok alcohol minstens 15 minuten voor
u de alcoholtest uitvoert. Eet, drink of rook niet tijdens deze
wachttijd.
B)
Open de behuizing niet.
C)
Bewaar de alcohol testeenheid niet in een koude, warme,
vochtige of slecht verluchte ruimte.
D)
Bewaar de alcohol testeenheid buiten het bereik van
kinderen.
E)
Voer, wanneer het toestel lange tijd zonder gebruik werd
bewaard, eerst drie “inlooptests” uit voor u de eigenlijke
alcoholtest uitvoert.
F)
Laat de alcohol testeenheid niet vallen.
G)
Vervang de batterij wanneer de display moeilijk kan worden
gelezen. Een lage batterijspanning kan eveneens voor gevolg
hebben dat verkeerde metingen worden doorgevoerd.
H)
Voer geen test uit in een lawaaierige omgeving (lawaai stoort
de sensor) of in een slecht verluchte ruimte.
I)
Na een testresultaat van 1,00 promille of hoger moet de
sensor langer tot rust komen. Wacht in dat geval ten minste drie
minuten voor de volgende test.
J)
Voer geen tests uit in een zeer koude, zeer warme of slecht
verluchte rokerige ruimte.
K)
Bewaar de alcohol testeenheid zo dat er geen stof of
vloeistoffen in het toestel kunnen dringen.
L)
Blaas niet te hard op het toestel. Dit kan de sensor
beschadigen (vooral wanneer bij het blazen voor speeksel in
het toestel terechtkomt).
1
2
3
4
5