29
nl
Reiniging
Het reinigen van de ladder of trap – in het bijzonder alle be-
weeglijke onderdelen – moet bij zichtbare vervuiling onmiddel-
lijk na het gebruik gebeuren.
Voor het reinigen kan water onder toevoeging van een normaal
in de handel verkrijgbaar reinigingsmiddel worden gebruikt.
Reinigingsmiddelen mogen niet in de aardbodem terechtko-
men.
• Gebruikte vloeibare reinigingsmiddelen in overeenstemming
met de betreffende milieuvoorschriften afvoeren.
Smering van beweeglijke delen
• Smeer alle beweeglijke delen met een normaal in de handel
verkrijgbare olie. Gebruik in de winter dun-vloeibare olie.
• Voer met olie bevochtigde poetsdoeken af volgens de gel-
dende milieuvoorschriften.
WAARSCHUWING
Valrisico door gladde treden!
Smeerolie en vloeistoffen op treden en sporten kunnen leiden
tot een val met letsel als gevolg.
• Overtollige olie wegwissen.
• Vervuiling (bijv. natte verf, sneeuw) verwijderen.
7.1 Bedrijfsmatig gebruik
Bij bedrijfsmatig gebruik moet met regelmatige tussenpozen
door een geautoriseerde persoon worden gecontroleerd of de
toestand van de ladder of trap naar behoren is (visuele inspec-
tie en functietest).
Type, omvang en termijnen van de vereiste inspecties moeten
worden vastgelegd. De intervallen voor de inspectie richten
zich naar de bedrijfsomstandigheden, in het bijzonder de
regelmaat van gebruik, de belasting bij het gebruik en de
regelmaat en ernst van vastgestelde gebreken bij eerdere in-
specties.
De exploitant moet ervoor zorgen dat beschadigde ladders niet
meer worden gebruikt en dusdanig bewaard worden dat ver-
der gebruik tot aan correcte reparatie of afvalverwijdering niet
mogelijk is.
Het volledige inspectieprotocol kan via de website van de fabri-
kant worden opgevraagd.
7.2 Herhaalde inspecties
De ladder of trap moet regelmatig door een deskundige wor-
den gecontroleerd op bedrijfsveiligheid. De deskundige krijgt
zijn bevoegdheid voor deze controle van de exploitant en volgt
cursussen die zijn voorgeschreven door de specifieke nationale
wetgeving.
• De controle-intervallen moeten worden aangepast aan de
gebruiksomstandigheden.
• De inspectie moet minimaal één keer per jaar worden uitge-
voerd.
• Het uitvoeren van de controle moet worden gedocumen-
teerd. Controlebladen voor de controle van de ladder of trap
zijn beschikbaar op de homepage van ZARGES.
• Nadat de controle met een positief resultaat is afgerond het
ZARGES-controlelabel (bnr. 828384 resp. 828385) op het pro-
duct aanbrengen. Maand en jaar van de volgende controle
moeten goed herkenbaar zijn.
Beschadigde of incomplete ladders of trappen en onderdelen
mogen niet meer worden gebruikt.
Bomen/poten
• Op vervorming, doorbuigen, verdraaien en scheurvorming
controleren.
• Op deuken, beschadiging, scherpe randen, corrosie, splin-
ters, bramen en slijtage controleren.
• Toestand van de bevestigingspunten voor andere onderdelen
controleren.
• Op volledigheid en veilige aanbrenging controleren.
Spreidstandbeveiliging
• Op vervorming, deuken, scheurvorming en de werking van
de sluitingen controleren.
• Op beschadiging en corrosie controleren.
Delen van het beslag, scharnieren
• Op beschadiging, scheuren, vervormingen en corrosie con-
troleren.
• Slijtage en correct functioneren controleren.
• Op volledigheid en veilige aanbrenging controleren.
Sporten, treden, geleidingsbeugel, bordes, platform
• Op vervorming en scheurvorming controleren.
• Op deuken, beschadiging, scherpe randen, splinters, bra-
men en slijtage controleren.
• Op veilige verbinding met de bomen controleren.
• Slijtage en naar behoren functioneren van de beveiligingen
(bijv. vergrendelingsclips, sporthaak) controleren.
Laddernokken, rollers
• Op beschadiging en corrosie controleren.
• Slijtage en correct functioneren controleren.
• Op volledigheid en veilige aanbrenging controleren.
Markering
• Op leesbaarheid en beschadiging controleren.
Accessoires
• Op volledigheid en veilige bevestiging controleren.
Vervuiling, vuil
• Op vervuiling door verf, vuil, vet of oliën controleren.
Summary of Contents for ZAP Safemaster S
Page 31: ......