Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
5.2 Voorverwarmen
Warm de lege oven voor het eerste gebruik
voor.
1. Stel de functie in. Stel de maximale
temperatuur in.
2. Laat de oven een uur werken.
3. Stel de functie in. Stel de maximale
temperatuur in.
4. Laat de oven 15 minuten werken.
5. Zet de oven uit en laat deze afkoelen.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. De oven kan een vreemde geur en
rook afgeven. Zorg dat er voldoende
luchtcirculatie in de ruimte is.
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Verwarmingsfuncties
Verwar‐
mingsfunc‐
tie
Toepassing
Uit-stand
De oven is uitgeschakeld.
Warme lucht
Voor het braden of bakken van ge‐
rechten waarvoor dezelfde berei‐
dingstemperatuur nodig is, op meer‐
dere roosterhoogten, zonder dat er
smaken worden overgebracht van
het ene naar het andere gerecht.
Warmelucht
(vochtig)
Deze functie is ontworpen om tij‐
dens de bereiding energie te bespa‐
ren. Bij het gebruik van deze functie
kan de temperatuur in de ruimte ver‐
schillen van de ingestelde tempera‐
tuur. Het verwarmingsvermogen kan
worden verminderd. Raadpleeg voor
meer informatie het hoofdstuk "Da‐
gelijks gebruik", opmerkingen op:
Warmelucht (vochtig) .
Onderwarmte
Voor het bakken van taarten met
een knapperige bodem en het inma‐
ken van voedsel.
Grill
Voor het roosteren van dunne stuk‐
jes voedsel en voor het maken van
toast.
Grill Intens
Voor het roosteren van dunne stuk‐
jes voedsel in grote hoeveelheden
en voor het maken van toast.
Verwar‐
mingsfunc‐
tie
Toepassing
Pizza-functie
Voor het bakken van pizza. Voor in‐
tensieve bruining en een knapperige
bodem. Stel de temperatuur in op
230 °C.
Boven- /onder‐
warmte / Rei‐
nigen met wa‐
ter
Voor het bakken en braden op één
rekstand.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging" voor meer informatie over:
Aqua Clean.
6.2 Toelichting van: Warmelucht
(vochtig)
Deze functie wordt gebruikt om te voldoen
aan de energie-efficiëntieklasse en
ecodesign-vereisten overeenkomstig EU
65/2014 en EU 66/2014. Testen volgens EN
60350-1.
De ovendeur dient tijdens de bereiding
gesloten te zijn zodat de functie niet wordt
onderbroken en de oven werkt op de hoogst
mogelijke energie-efficiëntie.
Zie het hoofdstuk 'Hints and tips’,
Warmelucht (vochtig) voor
bereidingsinstructies. Zie voor algemene
aanbevelingen voor energiebesparing het
hoofdstuk ‘Energie-efficiëntie’,
Energiebesparing.
NEDERLANDS
9