99
NL
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
Houd beide handen stevig vast met duimen en vingers die zich om de handgrepen van de paalsnoeier sluiten; de positie
van het lichaam en de armen moet hen in staat stellen weerstand te bieden aan de krachten die door de terugslag worden
gegenereerd.
Indien de juiste voorzorgsmaatregelen worden genomen, kunnen de terugslagkrachten door de bediener worden
gecontroleerd. Laat de paalsnoeier niet vrij bewegen.
Gebruik alleen de door de fabrikant gespeci
fi
ceerde kettinggeleiders- en kettingen.
Een onjuiste vervanging van de ketting-
geleider en de ketting kan ertoe leiden dat de ketting breekt en/of terugslaat.
Neem de instructies van de fabrikant voor het slijpen en onderhouden van de ketting in acht.
Het verminderen van de
diepte van de kettinggeleidegroef kan de kans op terugslag vergroten.
Het is verboden de paalsnoeier bloot te stellen aan neerslag of het te gebruiken in een vochtige omgeving. Het is ook verboden
de paalsnoeier te gebruiken in een atmosfeer met een verhoogd risico op brand of ontplo
ffi
ng.
Vermijd tijdens het gebruik contact met geaarde, geleidende en niet-geïsoleerde voorwerpen zoals leidingen, Wanneer de paals-
noeier niet in gebruik is, moet hij worden opgeborgen op een droge, gesloten plaats die niet toegankelijk is voor buitenstaanders.
Gebruik een zaagketting die is aangepast aan de belasting. Gebruik geen snijkettingen die ontworpen zijn voor licht gebruik, voor
zwaar gebruik.
Draag altijd beschermende handschoenen bij het vervangen, repareren en afstellen van de zaagketting.
Zorg er bij het transport van de paalsnoeier voor dat deze van de stroomtoevoer wordt losgekoppeld. Paalsnoeiers met net-
voeding moeten uit het stopcontact worden gehaald, uit paalsnoeiers met accu moeten uit de accu worden verwijderd. Met de
zaagketting moet een beschermkap op de geleiding worden aangebracht.
Draag de paalsnoeier niet door hem aan het netsnoer vast te houden. Maak de stekker niet los door aan het netsnoer te trekken.
Voorkom dat de paalsnoeier per ongeluk wordt ingeschakeld. Wanneer de paalsnoeier wordt verplaatst die is aangesloten op het
netwerken of die een aangesloten accu heeft, moeten de vingers ver van de schakelaar worden gehouden.
Draag altijd geschikte beschermende kleding die goed aansluit op het lichaam.
Werk altijd met de paalsnoeier terwijl u hem met beide handen vasthoudt. Zet tijdens het gebruik losse stukken hout vast, zodat
ze niet kunnen bewegen, bijvoorbeeld door ze in een geit te plaatsen. Vermijd het zagen van hout op de grond. Vermijd het ver-
werken van hout dat niet beschermd is tegen beweging tijdens het zagen.
Houd de handgrepen van de paalsnoeier tijdens het gebruik niet boven uw schouders. Werk niet met de paalsnoeier als u op een
ladder staat. Neem een zodanige werkhouding aan dat u uw armen niet volledig hoeft uit te strekken.
Houd de ketting schoon. De ketting moet worden geslepen en gesmeerd. Dit zal zorgen voor een e
ffi
ciëntere en veiligere De ket-
ting kan worden geslepen in een gespecialiseerde dienst. Controleer de toestand van de ketting vóór elk gebruik. Als u scheuren,
gebroken tanden of andere schade aantreft, vervangt u de ketting door een nieuwe voordat u met het werk begint.
Als er beschadigde of kapotte onderdelen van de paalsnoeier worden aangetro
ff
en, moet men stoppen of niet er niet mee aan het
werk gaan. Beschadigde onderdelen moeten worden vervangen voordat met de werkzaamheden wordt begonnen.
Gebruik de paalsnoeier zoals bedoeld, de paalsnoeier dient alleen voor het zagen van hout. Let bij het werken op metalen ele-
menten of stenen die zich in het te bewerken hout kunnen bevinden.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Het niet gebruiken van originele reserveonderdelen kan het risico op falen verhogen
en leiden tot persoonlijk letsel.
De paalsnoeier mag alleen worden gerepareerd door een door de fabrikant geautoriseerd servicecentrum. Door gebruik te maken
van originele reserveonderdelen. Hierdoor wordt het risico op ongelukken en schade aan de apparatuur tot een minimum beperkt.
BEDIENING VAN HET PRODUCT
De machine klaarmaken voor het werk
Let op! De paalsnoeier moet vóór alle montage- en afstelwerkzaamheden worden losgekoppeld van de stroomvoorziening.
Kop-
pel de stekker van het netsnoer los van het stopcontact!
Monteer de kettinggeleider en de snijketting vóór het eerste gebruik.
De installatie moet worden uitgevoerd met beschermende handschoenen vanwege het risico op letsel.
Schroef de vergrendelingsknop los zodat het gehele zijpaneel kan worden verwijderd. Monteer de kettinggeleider en de ketting
zoals op de foto (II).
Zorg ervoor dat de ketting en de kettinggeleider in de juiste richting zijn gemonteerd. De vorm en richting van de schakels die
zichtbaar zijn op de behuizing van het gereedschap moeten overeenkomen met de richting van de ketting die als een pijl op de
schakels zichtbaar is. Als de bewegingsrichting van de ketting zichtbaar is op de kettingschakels, het zaagblad en de behuizing,
moet deze in dezelfde richting wijzen.
Span de ketting nog niet, maar zorg ervoor dat de ketting in de zaagbladgroef raakt en de tanden op het Plaats het zijpaneel en
draai de slotknop vast in de richting van de pijl die een gesloten hangslot aangeeft. Echter zodanig, om de mogelijkheid voor de
beweging van de kettinggeleider niet te blokkeren. Draai de spanknop in de richting van de pijl totdat de ketting strak staat. De
knop aan de onderzijde heeft vergrendelingen (II) die op het zaagblad drukken waardoor de ketting wordt gespannen. Zodra de
ketting is gespannen, draait u de slotknop zo ver mogelijk aan.
Controleer de kettingspanning. Leg hiervoor de paalsnoeier neer en til deze op door het middelste deel van de ketting vast te
houden (III). Tijdens deze test moet de ketting op het vasthoudpunt boven het zaagblad uitkomen binnen het in de illustratie aan-
gegeven bereik. Als de ketting te strak of te slap gespannen is, draai dan de borgknop iets los en stel de mate van kettingspanning
Summary of Contents for YT-84800
Page 29: ...29 RU residual current device RCD...
Page 30: ...30 RU...
Page 31: ...31 RU...
Page 32: ...32 RU II II III 10 3 V VI VII...
Page 33: ...33 RU VIII H05RNF H05VVF 1 0 2 40 1 5 2 60 2 5 2 100 IX...
Page 34: ...34 RU XI XII 15 1 3 8 1 3 XIII...
Page 36: ...36 UA residual current device RCD...
Page 37: ...37 UA...
Page 38: ...38 UA...
Page 39: ...39 UA II III 10 3 V VI VII...
Page 40: ...40 UA VIII H05RNF H05VVF 1 0 2 40 1 5 2 60 2 5 2 100 IX X...
Page 41: ...41 UA 15 1 3 8 1 3 XIII...
Page 103: ...103 GR RCD RCD...
Page 104: ...104 GR...
Page 105: ...105 GR...
Page 106: ...106 GR II II III 10 3 V VI V...
Page 107: ...107 GR VIII H05RNF PVC H05VVF 1 0 mm2 40 m 1 5 mm2 60 m 2 5 mm2 100 m IX X...
Page 108: ...108 GR XI XII 15 cm 1 3 8 cm 1 3 XIII...
Page 110: ...110 BG RCD RCD...
Page 111: ...111 BG...
Page 112: ...112 BG II...
Page 113: ...113 BG II III 10 3 V VI VII VIII...
Page 115: ...115 BG...
Page 129: ...129 AR RCD DCR...
Page 130: ...130 AR II II III...
Page 131: ...131 AR 10 3 V VI VII VIII H05RNF PVC H05VVF 1 0 2 40 1 5 2 60 2 5 2 100 IX...
Page 132: ...132 AR X XI XII 15 8 XIII...