MANUAL SETUP
63
GE
A
V
AN
CE
E
R
D
E
BED
IENIN
G
Nederlands
Om de beste kwaliteit surroundweergave te bereiken kunt u met de MANUAL SETUP de parameters voor de
luisteromgeving in detail instellen en nadere instellingen verrichten voor de luidsprekerpositie, geluidsbundels, digitale
ingangssignalen en het in-beeld display. Verander de begininstellingen (onder elke parameter vet gedrukt aangeduid) op
basis van uw specifieke luisteromgeving.
y
• U kunt de via de AUTO SETUP procedure geoptimaliseerde instellingen opslaan (zie bladzijde 34). Later kunt u dan een bepaalde set
instellingen die zijn geoptimaliseerd voor bepaalde omstandigheden in uw kamer weer oproepen als dat nodig is (zie bladzijde 35).
• De meeste instellingen in het SOUND MENU en het BEAM MENU worden automatisch uitgevoerd wanneer u de AUTO SETUP
doet (zie bladzijde 26). Gebruik het SOUND MENU en het BEAM MENU om aanvullende instellingen te maken
ts.
• Het BEAM MENU stelt u in staat instellingen voor de surroundweergave te veranderen die normaliter via een instelmenu voor de
luidsprekers gewijzigd moeten worden.
• Stel eerst de parameters in het BEAM MENU in voor u de instellingen voor de parameters in het SOUND MENU, het INPUT MENU
en het DISPLAY MENU gaat wijzigen.
SOUND MENU
Hiermee kunt u met de hand diverse parameters die te maken hebben met de geluidsweergave instellen.
BEAM MENU
Hiermee kunt u met de hand diverse parameters die te maken hebben met de geluidsbundels instellen.
INPUT MENU
Hiermee kunt u met de hand diverse parameters die te maken hebben met de audio en video ingangssignalen instellen.
DISPLAY MENU
Hiermee kunt u met de hand diverse parameters die te maken hebben met het display instellen.
MANUAL SETUP
Onderdeel
Kenmerken
Bladzijde
TONE CONTROL
Instellen van het uitgangsniveau voor hoge of lage tonen.
BEAM LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van elk van de geluidsbundels.
SUBWOOFER SET
Instellen van de diverse instellingen voor de subwoofer.
MUTE LEVEL
Instellen van het dempingsniveau.
AUDIO DELAY
Instellen van de audiovertraging.
ROOM EQ
Instellen van de klankkleur (toon) van de luisterruimte.
DD/DTS Dynamic Range
Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
Onderdeel
Kenmerken
Bladzijde
SETTING PARAMETERS
Aanpassen van de instellingen voor de luisterruimte en de luisterplek.
BEAM ADJUSTMENT
Regelen van de diverse instellingen voor de geluidsbundels.
IMAGE LOCATION
Instellen van de positie van de linker en de rechter voor-luidsprekers.
Onderdeel
Kenmerken
Bladzijde
INPUT ASSIGNMENT
Toewijzen van aansluitingen aan de daarmee verbonden componenten.
INPUT MODE
Selecteren van de begininstelling van de ingangsfunctie voor de signaalbron.
INPUT TRIM
Regelt het ingangsniveau van de signaalbron.
INPUT RENAME
Veranderen van de getoonde naam voor een bepaalde signaalbron.
Onderdeel
Kenmerken
Bladzijde
DIMMER SET
Regelen van de helderheid van het display.
OSD SET
Instellen van de displaypositie en de achtergrondkleur van het in-beeld display.
UNIT SET
Veranderen van de gebruikte eenheden.