DE ALARMFUNCTIE GEBRUIKEN
10
Nl
3
Stel het
ALARM TYPE
in.
Kies uit
BEEP
,
SOURCE
of
BEEP
. Raadpleeg
voor meer informatie over het
alarmtype.
4
Selecteer
SOURCE
(als vereist).
Indien u BEEP of
SOURCE kiest, selecteert u de bron.
U kunt een andere bron dan AUX
selecteren.
5
Selecteer een nummer, map of
radiozender (als vereist).
Als de bron CD/USB/FM is, kiest u
een nummer, map of radiozender als
alarm met
/
.
y
• Als iPod wordt ingesteld als bron, dan
speelt dit toestel de afspeellijst "ALARM
Yamaha DTA" af op het ingestelde
tijdstip. Als de afspeellijst zich niet op de
iPod bevindt, dan wordt het nummer
hervat waarnaar u de laatste keer
luisterde.
• Als CD/USB geselecteerd is en "0"
ingesteld is als het nummer van de song/
map, dan wordt het nummer hervat
waarnaar u de laatste keer luisterde.
• Als FM geselecteerd is en het nummer
van de preset-indicator (
P. 3) wordt
niet weergegeven, dan wordt de
radiozender afgespeeld waarnaar u de
laatste keer luisterde.
Als de geselecteerde bron niet geplaatst is,
dan kan de instelling voor stap 5 niet
gebeuren.
6
Stel het volume van het alarm in
met
VOLUME
.
y
Als iPod of radio geselecteerd is, dan kan
het ingestelde alarm worden afgespeeld
door op
. te drukken. Als CD/USB
geselecteerd is, dan kan het ingestelde
alarm worden afgespeeld door op
terwijl
knippert. Druk op
om
het alarm te stoppen.
7
Druk op
SET
om te voltooien.
Het alarm is ingesteld en de
alarmindicator (
) licht op.
3
Achterpaneel
Frontpaneel
4
(Als vereist)
Opmerking
6
5
Frontpaneel
Bovenpaneel
(Als vereist)
7
Bovenpaneel