Bedieningselementen en functies
6
Nl
1
Informatieweergave
Geeft de huidige status weer (zoals naam van ingang en
naam van geluidsmodus).
U kunt de weergegeven informatie wisselen als u op
DISPLAY drukt (p.29).
2
STEREO
Gaat branden als het toestel een stereo FM-radiosignaal
ontvangt.
3
TUNED
Gaat branden als het toestel een signaal van een FM/AM-
station ontvangt.
4
Luidsprekerindicators
“SP A” gaat branden als de SPEAKERS A uitgang is
ingeschakeld en “SP B” brandt als de SPEAKERS B
uitgang is ingeschakeld.
5
SLEEP
Gaat branden als de slaaptimer is ingeschakeld.
6
MUTE
Knippert als de audio is gedempt.
7
Volume-indicator
Geeft het huidige volume aan.
8
Cursorindicators
Geeft aan welke cursortoetsen op de afstandsbediening
momenteel bediend worden.
y
U kunt het helderheidsniveau van het voorpaneel wijzigen door
op de afstandsbediening op DIMMER te drukken (p.8).
Voorpaneel
VOL.
MUTE
STEREO
TUNED
SLEEP
SP A
SP B
1
4
2
3
5
6
7
8
8