Het volume en de toonbalans bewerken (MIXING CONSOLE)
PSR-3000/1500 Gebruikershandleiding
91
V
oices gebruiken, cre
ëren en bewerken
6
Selecteer het gedeelte waarop u het effect wilt toepassen met de
knoppen [3
π
π
π
π†
†
†
†
]/[4
π
π
π
π†
†
†
†
].
7
Selecteer de effect-CATEGORY met de knoppen [5
π
π
π
π†
†
†
†
]/[6
π
π
π
π†
†
†
†
].
8
Selecteer het effect-TYPE met de knoppen [7
π
π
π
π†
†
†
†
]/[8
π
π
π
π†
†
†
†
].
Als u de effectparameters wilt bewerken, gaat u verder met de volgende handeling.
■
Het geselecteerde effect bewerken en opslaan
9
Druk op de knop [F] (PARAMETER) om de display op te roepen voor
het bewerken van de effectparameters.
10
Als u in stap 5 een van de DSP 2-4-effectblokken heeft geselecteerd:
U kunt zowel de standaardparameters als de variatieparameter bewerken.
Druk op de knop [B] om het standaardtype parameter te selecteren. Druk op
de knop [E] om de variatieparameter te selecteren.
Effectblok
Gedeelten waarop het
effect invloed heeft
Effectkarakteristieken
REVERB
Alle gedeelten
Reproduceert de warme entourage van het
spelen in een concertzaal of jazzclub.
CHORUS
Alle gedeelten
Produceert een vol, 'dik' geluid alsof
verscheidene gedeelten tegelijk worden
gespeeld.
DSP1
STYLE PART
SONG CHANNNEL 1–16
Naast de typen Reverb en Chorus beschikt
de PSR-3000/1500 over speciale DSP-
effecten, waaronder extra effecten die
gewoonlijk gebruikt worden voor een
bepaald gedeelte, zoals vervorming en
tremolo.
DSP2
DSP3
DSP4
RECHTS 1, RECHTS 2,
LINKS, SONG CHANNEL
1-16
Microfoongeluid*
(PSR-3000)
Alle ongebruikte DSP-blokken worden,
indien nodig, automatisch toegewezen aan
de geschikte gedeelten (kanalen).
* Alleen verwerkt door DSP4.