Voice creëren in Sound Creator
PSR-3000/1500 Gebruikershandleiding
101
V
oices gebruiken, cre
ëren en bewerken
VOLUME/ATTACK
EFFECT/EQ
Dezelfde parameters als in de tab 'EFFECT/EQ' van SOUND CREATOR die wordt
beschreven op pagina 98.
VOL
Hiermee stelt u het totaalvolume in van de Organ Flutes. Hoe
langer de grafische balk is, hoe meer volume.
RESP
Heeft invloed op zowel het attack- als het release-gedeelte
(pagina 97) van het geluid door de responstijd te verlengen of te
verkorten van het aanzwellen en uitsterven, gebaseerd op de
FOOTAGE-regelaars. Hoe hoger de waarde, hoe langzamer het
aanzwellen en uitsterven.
VIBRATO SPEED
Hiermee wordt de snelheid bepaald van het vibrato-effect, dat
wordt geregeld door de hiervoor vermelde parameters Vibrato On/
Off en Vibrato Depth.
MODE
Met de MODE-regelaar wordt tussen twee modi geschakeld: FIRST
en EACH. In de modus FIRST wordt attack alleen toegepast op de
eerste noten die worden gespeeld en tegelijkertijd worden
vastgehouden; terwijl de eerste noten worden vastgehouden, wordt
geen attack toegepast op alle noten die daarna worden gespeeld. In
de modus EACH wordt attack toegepast op alle noten.
4', 2 2/3', 2'
Met deze parameters wordt het attack-geluidsvolume van de
ORGAN FLUTES-voice bepaald. Met de instellingen 4', 2-2/3' en 2'
wordt de hoeveelheid attack-geluid bij de corresponderende
voetmaten vergroot of verkleind. Hoe langer de grafische balk, hoe
harder het attack-geluidsvolume.
LENG
Deze parameter beïnvloedt het attack-gedeelte van het geluid
waardoor een langere of kortere decay (uitsterftijd) onmiddellijk na
de aanvangs-attack wordt geproduceerd. Hoe langer de grafische
balk, hoe langer de decay.
Automatische selectie van voice-sets (effecten, enz.)
uitschakelen
Elke voice is gekoppeld aan de bijbehorende parameterinstellingen die
worden aangegeven in de displays van SOUND CREATOR, met inbegrip
van effecten en EQ. Gewoonlijk worden deze instellingen automatisch
opgeroepen wanneer een voice wordt geselecteerd. U kunt deze functie
echter ook uitschakelen met de hieronder beschreven handeling in de
desbetreffende display.
Als u bijvoorbeeld de voice wilt wijzigen maar hetzelfde Harmony-effect
wilt behouden, stelt u de parameter HARMONY/ECHO in op OFF (in de
hierna beschreven display).
Deze instellingen kunnen afzonderlijk worden ingesteld op
toetsenbordgedeelte en op parametergroep.
1
Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION]
→
[E] REGIST.SEQUENCE/FREEZE/VOICE SET
→
TAB [
®
]
VOICE SET
2
Selecteer een toetsenbordgedeelte met de knoppen [A]/[B].
3
Gebruik de knoppen [4
π
π
π
π†
†
†
†
]–[7
π
π
π
π†
†
†
†
] om het automatisch oproepen
van de instellingen afzonderlijk voor elke parametergroep in of uit te
schakelen (ON of OFF).
Zie de afzonderlijke Datalijst voor een overzicht van de parameters in elke
parametergroep.