2
Nl
Sluit de luidsprekers en antenne aan.
Als de FM-ontvangst slecht is, moet u proberen de hoogte, richting of plaats van de antenne te wijzigen om een lcoatie te
zoeken die betere ontvangst heeft.
Als u een commercieel beschikbare buitenantenne gebruikt, in plaats van de meegeleverde antenne, dan is de ontvangst
mogelijk beter.
Sluit niet de stroomkabel van deze eenheid aan voordat u alle kabels hebt aangesloten.
Als u alle aansluitingen hebt voltooid, sluit u de stroomkabel van deze eenheid aan op een wisselstroomstopcontact.
AANSLUITINGEN
De luidsprekers en antenne aansluiten
De stroomkabel aansluiten
ANTENNA
SPEAKERS
AUX IN
FM
Luidsprekers
• U moet de isolatie (afdekking) van de punt van de luidsprekerkabel lostrekken om
de geleider bloot te stellen.
• Controleer de aansluitingen; zorg dat links en rechts (L, R) en polariteit (rood: +,
zwart: –) juist zijn aangesloten. Als de aansluitingen onjuist zijn, zal het geluid
onnatuurlijk zijn en kunnen lage frequenties onvoldoende zijn. Als de
aansluitingen onjuist zijn, is er mogelijk helemaal geen geluid.
• Zorg dat de geleiders van de luidsprekerkabel elkaar niet aanraken en dat ze geen
ander metalen onderdeel aanraken. Zulke omstandigheden kan deze eenheid of de
luidsprekers beschadigen.
• Gebruik alleen de meegeleverde luidsprekers. Andere luidsprekers gebruiken kan
in onnatuurlijk geluid resulteren.
• Als u deze eenheid in de buurt van een CRT-display gebruikt en u merkt in het
display kleurverstoring of ruis, moet u de luidsprekers verder van het display
verplaatsen.
Draai de aders zo stevig
mogelijk vast om te
voorkomen dat ze andere
onderdelen raken.
FM-antenne
Zorg dat u de antenne uittrekt.
Aan het wissel-
stroomstopcontact
Achterpaneel