V
oices gebruiken, cre
ëren en bewerken
Voice creëren (Sound Creator)
CVP-305/303/301 Gebruikershandleiding
92
●
EG
De EG (Envelope Generator)-instellingen bepalen hoe het niveau van het geluid
wijzigt in de tijd. Dit laat u veel geluidskarakteristieken van natuurlijke akoestische
instrumenten reproduceren zoals de snelle attack en decay van percussiegeluiden,
of de lange release van een pianoklank met sustain.
●
VIBRATO
EFFECT/EQ
1. REVERB DEPTH/CHORUS DEPTH/DSP DEPTH
ATTACK
Hiermee wordt bepaald hoe snel het geluid het maximumniveau
bereikt, nadat de toets is gespeeld. Hoe lager de waarde, hoe sneller
de attack.
DECAY
Hiermee wordt bepaald hoe snel het geluid het sustain-niveau
bereikt (een net iets lager niveau dan het maximum). Hoe lager de
waarde, hoe sneller de decay.
RELEASE
Hiermee wordt bepaald hoe snel het geluid terugvalt (decay) naar
stilte, nadat de toets wordt losgelaten. Hoe lager de waarde, hoe
sneller de decay.
ATTACK
RELEASE
DECAY
Niveau
Sustain-niveau
Tijd
Toets aan
Toets uit
Vibrato:
Een trillend, vibrerend
geluidseffect dat wordt
geproduceerd door de
toonhoogte van de voice
gelijkmatig te moduleren.
DEPTH
Hiermee wordt de intensiteit bepaald van het Vibrato-effect. Hogere
instellingen resulteren in een meer geprononceerde vibrato.
SPEED
Hiermee wordt de snelheid bepaald van het Vibrato-effect.
DELAY
Hiermee wordt de hoeveelheid tijd bepaald die verstrijkt tussen het
spelen van een toets en het begin van het Vibrato-effect. Hogere
instellingen vergroten de delay (vertraging) van de vibrato-
activering.
DEPTH
SPEED
DELAY
Niveau
Tijd
De VIBE ROTOR in-/
uitschakelen met een pedaal
U kunt een pedaal gebruiken om
de VIBE ROTOR in/uit te
schakelen (als de functie VIBE
ROTOR ON/OFF juist is
toegewezen; pagina 182).
REVERB DEPTH
Hiermee wordt de diepte van de reverb (pagina 85) aangepast.
CHORUS DEPTH
Hiermee wordt de diepte van de chorus (pagina 85) aangepast.
DSP DEPTH
Hiermee wordt de diepte van de DSP (pagina 85) aangepast.
Als u het DSP-type opnieuw wilt selecteren, kunt u dit doen in het
DSP-menu dat wordt beschreven op pagina 93.
DSP ON/OFF
Hiermee wordt bepaald of de DSP is in- of uitgeschakeld.
VIBE ROTOR
Dit wordt alleen getoond als VIBE VIBRATE is geselecteerd als de
DSP Type-parameter, zoals verklaard op pagina 85. Bepaalt of VIBE
VIBRATO op aan of uit gezet moet worden bij het selecteren van de
voice.