Uw instrument gebruiken met
andere appar
aten
CVP-305/303/301 Gebruikershandleiding
183
Toewijsbare pedaalfuncties
VOLUME*
Hiermee kunt u een voetregelaar gebruiken om het volume te regelen. Deze functie is
alleen beschikbaar voor het pedaal dat is aangesloten op de AUX PEDAL-aansluiting
van het instrument.
SUSTAIN
Hiermee kunt u een pedaal gebruiken om de sustain te regelen. Als u het pedaal
indrukt en ingedrukt houdt, zullen alle noten die op het toetsenbord worden gespeeld
langer doorklinken. Loslaten van het pedaal stopt (dempt) alle sustain-noten
onmiddellijk.
SOSTENUTO
Als u een noot of akkoord op het toetsenbord speelt en op het pedaal drukt, terwijl u de
noot/noten aanhoudt, zullen de noten sustain krijgen zolang het pedaal wordt
ingedrukt. Alle daaropvolgende noten krijgen echter geen sustain. Dit maakt het
mogelijk om bijvoorbeeld een akkoord sustain te geven, terwijl andere gespeelde noten
staccato klinken.
SOFT
Hiermee kunt u een pedaal gebruiken om het Soft-effect te regelen. Door het pedaal in
te drukken wordt het volume verlaagd en de klankkleur van de gespeelde noten
veranderd. Dit werkt alleen bij bepaalde daarvoor bestemde voices.
GLIDE
Als het pedaal wordt ingedrukt, verandert de toonhoogte. Zodra het pedaal wordt
losgelaten, gaat de toonhoogte weer terug naar de normale toonhoogte.
PORTAMENTO
Het portamento-effect (een geleidelijke overgang tussen de noten) kan worden
geproduceerd als het pedaal wordt ingedrukt. Portamento is hoorbaar wanneer noten
legato (gebonden) worden gespeeld (d.w.z. als de volgende noot wordt gespeeld terwijl
de vorige nog heel even wordt vastgehouden). Portamento Time kan ook worden
ingesteld via de Mixing Console (pagina 82). Deze functie heeft geen invloed op
bepaalde natuurlijke voices, die niet juist zouden klinken met deze functie.
PITCH BEND*
Hiermee kunt u de toonhoogte van noten omhoog of omlaag buigen met het pedaal.
Dit kan alleen worden ingesteld voor het rechterpedaal of voor het pedaal dat op de
aansluiting [AUX PEDAL] van het instrument is aangesloten.
MODULATION*
Past een vibrato-effect toe op de via het toetsenbord gespeelde noten. De diepte van het
effect neemt toe naarmate het pedaal wordt ingedrukt. Dit kan alleen worden ingesteld
voor het rechterpedaal of voor het pedaal dat op de aansluiting [AUX PEDAL] van het
instrument is aangesloten.
DSP VARIATION
Hiermee wordt het voice-effect DSP VARIATION aan- en uitgezet.
VIBE ROTOR ON/OFF
Hiermee wordt de parameter VIBRATE SW in- en uitgeschakeld wanneer het effecttype
VIBE VIBRATE is geselecteerd.
HARMONY/ECHO
Hiermee wordt het voice-effect HARMONY/ECHO aan- en uitgezet.
VOCAL HARMONY (CVP-305/303)
Hiermee wordt de functie Vocal Harmony aan- en uitgezet.
TALK (CVP-305/303)
Hiermee wordt de functie Talk van MIC SETTING aan- en uitgezet.
SCORE PAGE +
Terwijl de song wordt gestopt, kunt u naar de volgende notatiepagina omslaan.
SCORE PAGE–
Terwijl de song wordt gestopt, kunt u naar de voorgaande notatiepagina omslaan.
SONG PLAY/PAUSE
Gelijk aan de knop SONG [PLAY/PAUSE].
STYLE START/STOP
Gelijk aan de knop STYLE CONTROL [START/STOP].
TAP TEMPO
Gelijk aan de knop [TAP].
SYNCHRO START
Gelijk aan de knop [SYNC START].
SYNCHRO STOP
Gelijk aan de knop [SYNC STOP].
INTRO1–3
Gelijk aan de knoppen [INTRO I-III].
MAIN A–D
Gelijk aan de knoppen [MAIN VARIATION A-D].
FILL DOWN
Hiermee wordt een fill-in gespeeld, die automatisch wordt gevolgd door de MAIN-
sectie van de knop direct links hiervan.
FILL SELF
Hiermee wordt een fill-in gespeeld.
FILL BREAK
Hiermee wordt een break gespeeld.
FILL UP
Hiermee wordt een fill-in gespeeld, die automatisch wordt gevolgd door de MAIN-
sectie van de knop direct rechts hiervan.
De voetschakelaar of voetregelaar gebruiken (aansluiting [AUX PEDAL])