AANSLUITINGEN
5
Nl
Ne
de
rla
nd
s
Zorg ervoor dat u L (links) aansluit op L, en R (rechts) op R, "+" op "+" en "–" op "–". Als de aansluitingen niet kloppen, is het mogelijk dat er geen geluid wordt weergegeven via de
luidsprekers en als de polariteit van de luidsprekeraansluitingen niet correct is, is het mogelijk dat de weergave onnatuurlijk klinkt met te weinig lage tonen. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van elk van uw componenten. Zorg ervoor dat u een kabel van het type RCA, de meegeleverde verbindingskabel voor het systeem of een in de winkel
verkrijgbare USB-kabel gebruikt (alleen A-U670) om de audiocomponenten aan te sluiten.
Sluit dit toestel of andere componenten pas op het lichtnet aan nadat alle aansluitingen tussen componenten gemaakt zijn.
Verbind de ANALOG OUT -aansluitingen van de netwerk-CD-speler (CD-NT670/
CD-NT670D) met de ANALOG IN -aansluitingen van de eenheid met behulp van de met
de netwerk-CD-speler meegeleverde RCA-stereokabel en verbind de SYSTEM-
aansluitingen van beide toestellen met elkaar met behulp van de meegeleverde
systeemverbindingskabel, zoals weergegeven in de afbeelding.
Wanneer de SYSTEM-aansluitingen van de eenheid en de netwerk-CD-speler met elkaar
verbonden zijn, kunt u de afstandsbediening van de netwerk-CD-speler gebruiken om de
eenheid te bedienen (
Verbind de SPEAKERS-aansluitingen van het toestel met de aansluitingen van de
luidsprekers zoals weergegeven in de afbeelding.
AANSLUITINGEN
LET OP
Een netwerk CD-speler aansluiten
De luidsprekers aansluiten