Weidmuller MCP Basic 2, Operating Instructions Manual

Page: 297 / 308

297
1168680000/02/12.2016
Apparaatbeschrijving
4.1 Kennismaking met de plotter
In dit gedeelte maakt u kennis met de ele-
menten van de plotter en hoe ze werken,
zodat u de instructies in de volgende para-
grafen eenvoudiger kunt volgen.
Hoe het werkt
De gegevens voor een labalingtaak worden overgedra-
gen door de aangesloten PC naar het geheugen van de
plotter en opgeslagen. Het labelingsproces start wan-
neer de schrijfarm naar de startpositie beweegt en be-
gint met labelen. Zodra het labelingsproces is voltooid
beweegt de schrijfarm terug naar de startpositie en er
klinkt een geluidssignaal (zie "Geluidssignaal").
Auto-kalibratie
Iedere keer als er wordt ingeschakeld of een schri-
jfproces wordt voortgezet, voert de plotter het au-
to-kalibratieproces uit. Als onderdeel van dit proces
beweegt de schrijfarm helemaal naar rechts en de
penhouder wordt naar de rechter bovenhoek ver-
plaatst. Op dit punt de schrijfarm niet aanraken of
verplaatsen omdat anders de correcte schrijfpositie
niet kan worden gegarandeerd.
Besturingen en displays
Alle besturingen en led-displays bevinden zich op het
controlepaneel. De vierkante besturingstoetsen rea-
geren op een lichte aanraking met de vinger.
Schrijfarm
Tijdens bedrijf beweegt de schrijfarm met de penhoud-
er automatisch over het schrijfoppervlak. Het is daarom
belangrijk dat hij niet wordt belemmerd door objecten
op het schrijfoppervlak of in de buurt van de plotter.
Plotterpennen
Plotterpennen die niet in gebruik zijn kunnen in de
opslagopeningen aan de zijkant worden geplaatst.
Geluidssignaal
Zodra het schrijfproces is voltooid, klinkt iedere 20 sec-
onden een geluidssignaal. Dit geeft aan dat de plotter-
pen nog steeds in de penhouder zit en kan uitdrogen.
Het signaal kan worden uitgeschakeld of permanent
worden gedeactiveerd met de toets "pieptoon uit".
Bevestigingsplaat voor labelingselementen
De labelingselementen moeten worden geplaatst
in een bevestigingsplaat zodat ze op nauwkeurige
locaties in de plotter kunnen worden gepositioneerd.
Aan de boven- en onderranden van het schrijfopper-
vlak zijn twee houderpinnen bevestigd aan de bo-
demplaat van de plotter. Deze houderpinnen zijn een
plaatsingsgeleiding voor de bevestigingsplaten.
U kunt verschillende bevestigingsplaten gebruiken met
de MCP Basic 2:
–
Bevestigingsplaat voor MultiCard (meegeleverd)
–
Bevestigingsplaat voor SlimFix markeerders
(SF4 tot SF6)
–
Bevestigingsplaat voor DIN A4 labelingsplaten
Afb. 4.3 Bevestigingsplaat met instelplaat