Installatiehandleiding
134 | CFW-11
N
ED
ER
L
A
N
D
S
Afbeelding 23:
Aardaansluitingen voor meerdere omvormers
BESTURINGSAANSLUITINGEN
De besturingsaansluitingen (analoge ingangen/uitgangen, digitale
ingangen/uitgangen) moeten plaatsvinden op de klemlijst XC1 van
paneel CC11.
Antioraria
Oraria
≥5 kΩ
rpm
amp
XC1
klemlijst
Standaardinstelling functie
1
REF+
Positieve referentie voor
potentiometer (5,4 V ± 5 %).
2
AI1+
Analoge ingang 1:
Toerentalreferentie (remote).
3
AI1-
4
REF-
Negatieve referentie voor
potentiometer (-4,7 V ± 5 %).
5
AI2+
Analoge ingang 2:
Geen functie.
6
AI2-
7
AO1
Analoge uitgang 1:
Toerental.
8
AGND
(24 V)
Referentie (0 V) voor de
analoge uitgangen.
9
AO2
Analoge uitgang 2:
Motorstroom.
10
AGND
(24 V)
Referentie (0 V) voor de
analoge uitgangen.
11
DGND*
Referentie (0 V) voor de 24 V
DC voeding.
12
COM
Gemeenschappelijk punt van
de digitale ingangen.
13
24 Vdc
24 V DC voeding.
14
COM
Gemeenschappelijk punt van
de digitale ingangen.
15
DI1
Digitale ingang 1:
Start/Stop.
16
DI2
Digitale ingang 2:
Draairichting (remote).
17
DI3
Digitale ingang 3:
Geen functie.
18
DI4
Digitale ingang 4:
Geen functie.
19
DI5
Digitale ingang 5:
Jog (remote).
20
DI6
Digitale ingang 6:
2e stijg-/daallijn.
21
NC1
Digitale uitgang 1 DO1 (RL1):
Geen storing.
22
C1
23
NO1
24
NC2
Digitale uitgang 2 DO2 (RL2):
N > N
X
- toerental > P0288.
25
C2
26
NO2
27
NC3
Digitale uitgang 3 DO3 (RL3):
N* > N
X
- toerentalreferentie
> P0288.
28
C3
29
NO3
Afbeelding 24:
Signalen op connector XC1 - digitale ingangen werken
als ‘Active High’
OPMERKING!
Om naar ‘Active Low’ te wisselen, verplaatst u de
draadbruggen tussen XC1:11 en 12, plaats u deze
draadbruggen tussen XC1:12 en 13 en verbindt u de
gemeenschappelijke punten van de schakelaars op
DI1 t/m DI6 met XC1:11, in plaats van XC1:13.
Gleuf 5
Gleuf 1 (wit)
Gleuf 2 (geel)
Gleuf 3 (groen)
Gleuf 4
XC1
1
29
Signaal
Standaardfunctie
af fabriek
DIP-
switch
Keuze
Fabrieksinstelling
AI1
Toerentalreferentie
(remote)
S1.4
UIT: 0 t/m 10 V (fabrieksinstelling)
AAN: 4 t/m 20 mA / 0 t/m 20 mA
UIT
AI2
Geen functie
S1.3
UIT: 0 t/m ±10 V (fabrieksinstelling)
AAN: 4 t/m 20 mA / 0 t/m 20 mA
UIT
AO1
Toerental
S1.1
UIT: 4 t/m 20 mA / 0 t/m 20 mA
AAN: 0 t/m 10 V (fabrieksinstelling)
AAN
AO2
Motorstroom
S1.2
UIT: 4 t/m 20 mA / 0 t/m 20 mA
AAN: 0 t/m 10 V (fabrieksinstelling)
AAN
Afbeelding 25:
DIP-switches voor het instellen van het signaaltype bij
analoge ingangen en uitgangen
OPMERKING!
Voor meer informatie over de veiligheidsstopfunctie (STO
- Safe Torque Off), raadpleeg de gebruikershandleiding
die kan worden gedownload op:
www.weg.net
.
Typische besturingsaansluitingen
Besturingsaansluiting 1 - Start/Stop-functie bestuurd vanaf het
bedieningspaneel (lokale modus).
Met deze besturingsaansluiting kan de omvormer in de lokale modus
worden gestart met de standaard fabrieksinstellingen.
Deze bewerkingsmodus is aanbevolen voor beginnende gebruikers,
aangezien geen aanvullende besturingsaansluitingen vereist zijn.
Besturingsaansluiting 2 - 2-draads Start/Stop-functie (remote
modus).
Dit bedradingsvoorbeeld geldt alleen voor de standaard
fabrieksinstelling en als de omvormer in de remote modus is gezet.
Met de standaard fabrieksinstellingen wordt de keuze van de
bedieningsmodus (lokaal/remote) uitgevoerd via de HMI-toets
(lokale modus is standaard). Met de instelling P0220 = 3 wijzigt u
de standaardinstelling van de HMI-toets
op de remote modus.