47
9. Metingen uitvoeren
a) In-/ uitschakelen
• Druk op de knop
/HOLD
(4) en houd deze knop ongeveer 2 seconden lang ingedrukt om het meetapparaat in
te schakelen.
• Wanneer het display van het meetapparaat niet inschakelt, controleer dan de batterij in het batterijvak aan de
achterkant.
• Druk op de knop
/HOLD
(4) en houd deze knop ongeveer 2 seconden lang ingedrukt om het meetapparaat uit
te schakelen.
b) Uitschakelfunctie deactiveren/activeren
Het meetapparaat beschikt over een uitschakelfunctie die het meetapparaat na 10 minuten inactiviteit automatisch
uitschakelt.
• Druk tegelijk op de knop
/HOLD
(4) en op de knop
S/UP
(3) om de automatische uitschakelfunctie uit te scha-
kelen. Het kloksymbool (K) in het lcd-display rechtsboven gaat uit.
• Druk tegelijk op de knop
/HOLD
en op de knop
S/UP
om de automatische uitschakelfunctie in te schakelen. Het
kloksymbool verschijnt in het lcd-display.
c) Bedrijfsmodus kiezen
SCAN
→
ZERO
→
UNIT
→
MEM
→
TIME
→
Transmission
MODE
• Druk op de knop
MODE
(1) om de beschikbare bedrijfsmodi
te kiezen. Er staan zes modi ter beschikking: SCAN>ZE-
RO>UNIT>MEM>TIME>Transmission
d) Sensor op nul stellen (kalibratie)
U kunt de sensor voorafgaand aan de meting van de stralingsdichtheid kalibreren of voor een bepaalde helling een
nulstelling vastleggen. Beide kalibratiemodi zijn omschakelbaar.
M
• Druk op de knop
MODE
(1) om de ZERO-modus (kalibratie-
modus) in te schakelen.
• Om in de ZERO-modus voor kalibratie tussen de beide pa-
rameters heen en weer te schakelen, drukt u op de knop
M/DOWN
(2).
1
Meting van de stralingsdichtheid op nul stellen
• Schakel over naar de foto-elektrische vermogensweergave (de eenheden W/m² of BTU/ft²xh worden in het lcd-dis-
play weergegeven).