68
9. Het meten
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden. Raak geen
schakelingen of schakelcomponenten aan omdat hier spanningen hoger dan 33 V/ACrms 75 V/DC
op kunnen staan! Levensgevaar!
Controleer vóór begin van elke meting alle verbonden meetsnoeren op schade, bijvoorbeeld scheu-
ren, barsten of knikken. Defecte meetsnoeren mogen niet meer worden gebruikt! Levensgevaar!
Ga tijdens het meten met uw handen niet voorbij de voelbare handvatmarkeringen op de meettasters.
Verbind enkel de twee meetsnoeren met het apparaat die voor het meten nodig zijn. Verwijder om
veiligheidsredenen alle ongebruikte meetsnoeren van het meetapparaat.
Als het meetbereik wordt overschreden, verschijnt op het display een overflow. Deze weergave wordt
aangeduid met “I” bij VC 130-1. Kies het eerstvolgende hogere meetbereik.
Het spanningsbereik “V/DC” heeft een ingangsweerstand van >10 MOhm, het V/AC bereik >4,5 MOhm.
a) Spanningsmeting “V”
Borg telkens bij het meten van spanning, dat het meetapparaat niet is ingesteld op het meten van stroom.
Voor het meten van gelijkspanningen “DC” (V
) gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in met de “POWER” schakelaar (3). Selecteer het meetbereik “V
”.
- Steek het zwarte meetsnoer in de COM-bus (5) en het rode meetsnoer in de V-bus (8).
- Sluit nu de beide meettasters aan op het te meten object (batterij, schakeling enz.).
Het rode meetpunt staat voor de pluspool, het zwarte meetpunt staat voor de minpool.
- De polariteit van de meetwaarde wordt samen met de actuele meetwaarde weergegeven op het display.
Is er bij gelijkspanning voor de meetwaarde een minteken “-” te zien, dan is de gemeten spanning negatief
(of de meetsnoeren zijn verwisseld).
- Verwijder na afloop van de meting de meetsnoeren van het te meten object en schakelt de DMM met de “PO-
WER”-schakelaar (3) uit.
Voor het meten van wisselspanning “AC” (V
) gaat u als volgt te werk:
- Stel de DMM in bedrijf zoals beschreven onder “DC-spanning meten” en selecteer het meetbereik “V
”. Op het
display verschijnt “AC”.
- Sluit nu de beide meettasters aan op het te meten object (generator, schakeling enz.).
- De meetwaarde wordt op het display weergegeven.
- Verwijder na afloop van de meting de meetsnoeren van het te meten object en schakelt de DMM met de “PO-
WER”-schakelaar (3) uit.