020574.06
11
vetus®
Installation instructions thruster RIM DRIVE 250 mm
3 .3 Overgang van tunnelbuis naar scheepsromp
t
ip
:
De wijze waarop de tunnelbuis overgaat in de scheepsromp is van
grote invloed op de door de boegschroef geleverde stuwkracht
en op de rompweerstand tijdens de normale vaart.
Met een directe overgang van de tunnelbuis op de scheepsromp,
zonder schelp, worden redelijke resultaten behaald.
A Een directe overgang op de scheepsromp kan scherp worden ge-
maakt.
B Beter is het de overgang af te ronden met een straal ‘R’ van ca. 0,1
x D.
C Nog beter is het om schuine zijden ‘C’ van 0,1 à 0,15 x D toe te
passen.
Met een schelp in de overgang van de tunnelbuis op de scheeps-
romp wordt een lagere rompweerstand tijdens de normale vaart
verkregen.
Indien de overgang van tunnel-
buis op scheepsromp met een
schuine zijde wordt uitgevoerd
dient deze volgens de tekening
te worden uitgevoerd.
Maak de schuine zijde (C) 0,1 à
0,15 x D lang en zorg er voor dat
de hoek die de tunnelbuis maakt
met de schuine zijde gelijk is aan
de hoek die de scheepsromp
maakt met de schuine zijde.
N.B. Een schelp in de romp wordt vooral bij stalen schepen toege-
past, maar is bij polyester schepen minder gebruikelijk.
A De overgang met schelp op de scheepsromp kan scherp worden
gemaakt.
B Beter is het de overgang met schelp, af te ronden met een straal
‘R’ van ca. 0,1 x D.
C Het beste is een overgang met schelp, met een schuine zijde ‘C’
van 0,1 à 0,15 x D.
Kies de lengte ‘L’ voor een schelp tussen 1 x D en 3 x D.
Een schelp dient zodanig in de scheepsromp te zijn opgenomen dat
de hartlijn van de schelp samenvalt met de te verwachten vorm van
de boeggolf.
Hoewel de stuwkracht hierdoor ongunstig wordt beïnvloed kunnen,
ter bescherming van de schroef, in de openingen van de tunnelbuis
spijlen worden aangebracht.
Om het nadelige effect hiervan op de stuwkracht en op de romp-
weerstand tijdens de normale vaart zoveel mogelijk te beperken
dient met het volgende rekening te worden gehouden:
Breng niet meer spijlen aan per opening dan in de tekening is aan-
gegeven.
De spijlen moeten een zekere overlapping te hebben.
De spijlen moeten zodanig zijn opgesteld dat ze loodrecht staan op
de te verwachten golfvorm.
ø ...
3 mm
min. 20 mm
max. 40 mm
ca. 0,7 x 0,7 mm
=
α
α
: min. 0º
max. 15º
90º
Overlapping
De spijlen moeten een rechthoekige doorsnede hebben.
Pas geen ronde spijlen toe.
3 .4 Spijlen in de tunnelbuis-openingen
4 x
250 mm
4 x
In plaats van een schelp kan ook
een ‘wenkbrauw’ worden ge-
plaatst vlak voor de tunnelbuis-
opening.
A
D
D = 250 mm
R = 25 mm
C = 25 ... 38 mm
R
R
B
C
C
D
R
R
C
A
B
C
D = 250 mm
R = 25 mm
C = 25 ... 38 mm
D
L
=
α
α
: min. 0º
max. 15º
D = 250 mm
L = 250 ... 750 mm
C
C
β
γ
γ
β
C = 25...38 mm
D = 250 mm
β
=
β
γ
=
γ
Scherp
NEDERLANDS