98 (3
7
/
8
”)
162 (6
3
/
8
”)
50 (2”)
ø 32 (1
1
/
4
”)
ø 25 (1”)
ø 19 (
3
/
4
”)
ø 13 (
1
/
2
”)
‘C’
MIN. 40 cm
(16”)
MIN. 15 cm (6”)
NLP3
A
B
AIRVENTH
AIRVENTV
1
MBSET02
AIRVENTH
AIRVENTV
W.L.
MIN. 40 cm
(16”)
13 mm (
1
/
2
”)
19 mm (
3
/
4
”)
25 mm (1”)
32 mm (1
1
/
4
”)
A
B
2
FOKKERSTRAAT 571 - 3125 BD SCHIEDAM - HOLLAND - TEL.: +31 10 4377700
TELEFAX: +31 10 4372673 - 4621286 - E-MAIL: [email protected] - INTERNET: http://www.vetus.com
030405.04 2014-01
Printed in the Netherlands
Copyright © 2014 Vetus b.v. Schiedam Holland
Beluchters
Air vents
Belüfter
Coudes anti-siphon
Aireadores
Aeratori
Installatieinstructies
Installation instructions
Installationsanleitung
Instructions d’installation
Instrucciones de instalación
Istruzioni per l’installazione
NEDERLANDS
ENGLISH
DEUTSCH
FRANÇAIS
ESPAÑOL
ITALIANO
NEDERLANDS
ENGLISH
030405.04
030405.04
Air vents
Air vents
030405.04
Air vents
Air vents
A
B
C
Afbramen
Inleiding
Er zijn twee typen beluchters:
Airvent H : Beluchter
zonder
klep met beluchtingsleiding,
aansluiting 13 - 32 mm
Airvent V : Beluchter
met
klep, aansluiting 13 - 32 mm
Installatievoorbeelden
De beluchters kunnen in een aantal verschillende situaties worden
toegepast.
N.B. De nummers verwijzen naar de tekeningnummers.
1 Uitlaatsysteem
De beluchters kunnen worden toegepast in de koelwaterleiding van
een water geïnjecteerd uitlaatsysteem, met het water-injectiepunt ‘C’
onder of minder dan 15 cm boven de waterlijn.
A
Beluchter
zonder
klep
B
Beluchter
met
klep
2 Toilet
De beluchters kunnen worden toegepast in de afvoerleiding bij een
onder de waterlijn opgesteld toilet.
Installatie
Installeer de beluchter tenminste 40 cm, maar niet meer dan 2
meter boven de waterlijn. Bij een zeilschip moet de beluchter
tevens zoveel mogelijk midscheeps worden opgesteld; hiermee
wordt vookomen dat als het schip onder een helling vaart de
beluchter zich minder dan de vereiste 40 cm boven de waterlijn
bevindt.
Voor de beluchters is een montagebeugel inclusief bevestigingsmate-
riaal leverbaar: MBSET02.
Op de beluchters
zonder
klep
moet
een beluchtingsleiding worden
aangesloten. De beluchtingsleiding dient op afschot naar de huid-
doorvoer te worden aangelegd. De huiddoorvoer dient zich tenminste
15 cm boven de waterlijn te bevinden, bij zeilschepen ook als het
schip onder een helling vaart.
In het geval van installatievoorbeeld 1 zal tijdens het draaien van de
motor continu een kleine hoeveelheid water uit de huiddoorvoer
stromen.
Op de beluchter
met
klep
kan
een beluchtingsleiding worden aange-
sloten. Eventueel lekwater kan hiermee worden afgevoerd.
Op de aansluitingen van het bochtstuk
kan direct een slang met een diameter van
13 mm worden aangesloten.
Indien een slang met een grotere
diameter moet worden aange-
sloten, dient een deel te worden
afgezaagd.
Voor slangdiameter 19 mm: zaag
deel A af.
Voor slangdiameter 25 mm: zaag
deel B af.
Voor slangdiameter 32 mm: zaag
deel C af.
Na het afzagen dient de aan-
sluiting goed te worden afge-
braamd.
Monteer elke slangverbinding
met een roestvaststalen slang-
klem.
Beluchtingsleiding
Boor voor de huiddoorvoer een gat van 10 mm diameter in de
scheepshuid en monteer deze met een afdichtingskit. Monteer de
beluchtingsleiding op de huiddoorvoer en op de beluchter met de
meegeleverde slangklemmen.
Onderhoud
Bij de beluchters
zonder
klep dient regelmatig de beluchtingsleiding
op verstoppingen te worden gecontroleerd.
Bij de beluchter
met
klep dient regelma-
tig het volgende onderhoud te worden
uitgevoerd:
Verwijder regelmatig zout, roest en vuil-
deeltjes van alle onderdelen van de klep
en uit het huis waarin zich de klep bevindt
door middel van spoelen met schoon
water. Verwijder het deksel (1) om de klep
uit het huis te kunnen nemen.
Spuit de onderdelen van de klep in met
teflon-spray
alvorens deze weer te mon-
teren.
Controleer de werking van de klep (vacuüm zuigen aan de aansluiting
voor de beluchtingsleiding) en de afdichting van de deksel alvorens
de beluchter weer in gebruik te nemen.
Technische gegevens
Airvent H en V:
Materiaal bochtstuk
: kunststof (PP)
Beluchtingsklep, materiaal zitting : kunststof
materiaal klep
: kunststof
materiaal veer
: RVS
Gevoeligheid
: 8 cm WK
Materiaal huiddoorvoer
: kunststof
Slang
: 8x14 mm, lengte 4 meter
A
B
C
Afbramen
Introduction
There are two types of air vents:
Airvent H : Air vent
without
valve with air pipe,
13 mm (0.5”) - 32 mm (1.3”) connection
Airvent V : Air vent
with
valve, 13 mm (0.5”) - 32 mm (1.3”)
connection
Installation examples
The air vents can be used in a number of different situations.
N.B.: The numbers refer to the numbers on the drawing.
1 Exhaust System
The air vents can be fitted in the coolant water pipe of a water-injected
exhaust system, with the water-injection point ‘C’ below, or less than
15 cm (6”) above the water-line.
A
Air vent
without
valve
B
Air vent
with
valve
2 Toilet
The air vents can be fitted in the outlet pipe of a toilet installed under
the water-line.
Installation
Install the air vent at least 40 cm (16”) above the waterline, but not
more than 2 metres (6.6 ft) above the waterline. In a sailing ship, the
air vent should be installed as close to midships as possible, this will
prevent the air vent coming below the required 40 cm (16”) above the
waterline when the ship heels under sail.
A supporting bracket including fixing materials is available for the air
vents: MBSET02.
An air vent pipe
must
be connected to air vents
without
valve. The air
vent pipe should be fitted so that it drains towards the hull. The hull
outlet should be at least 15 cm (6”) above the waterline. This applies to
a sailing ship even when it is heeling under sail.
In the case of installation example 1, a small amount of water will pour
out of the outlet while the engine is running.
An air vent pipe
can
be fitted to the air vent
with
valve. This will drain
away any water leaks.
A 13 mm (0.5”) hose can be connected
straight to the bend section connector.
If a hose with a larger diameter
is used, a section will need to be
sawn off.
For 19 mm (0.75”) diameter hose:
Saw off section A.
For 25 mm (1.0”) diameter hose:
Saw off section B.
For 32 mm (1.25”) diameter hose:
Saw off section C.
After sawing the relevant section
off, carefully de-burr the connec-
tor.
Fit every hose connection using
a stainless steel hose clamp.
Air vent pipe
Drill a 10 mm (0.4”) diameter hole through the ship’s hull for the outlet,
and fit with a adhesive sealant. Fit the air vent pipe to the hull outlet
and to the air vent with the hose clamps supplied.
Maintenance
With air vents
without
valve, check the air vent pipe regularly for
blockages.
With the air vent
with
valve, the follow-
ing maintenance should be carried out
regularly:
Regularly remove salt, rust and dirt from
all valve components and from the valve
housing by rinsing out with clean water.
Remove the cap (1) in order to take the
valve out of the housing.
Spray the valve components with a
Teflon
spray
before refitting.
Check the valve operation (vacuum suction on the air vent pipe con-
nection) and the cap sealing before returning to use.
Technical data
Air vent H and V:
Bend section material
: plastic (PP)
Air Vent Valve, seat material
: plastic
valve material : plastic
spring material : stainless steel
Sensitivity
: 8 cm (3.15”) water
Hull outlet material
: plastic
Hose
: 8 mm (0.3”) x 14 mm (0.55”),
4 metres (13.1 ft) long
A
B
C
De-burr
AIRVENT V
AIRVENT H
Hoofdafmetingen
Principal dimensions
Hauptabmessungen
Dimensions principales
Dimensiones principales
Dimensioni principali