Sedna
2019-02
Uw scooter gebruiken
NL - 16
NL
3.5
Batterijstatus, statusweergave en opladen
3.5.1 Batterijstatus en statusweergave
De lampjes van de statusweergave en batterijstatus gaan branden zodra de scooter
ingeschakeld wordt, zie onderstaande figuur.
•
Controleer of alle lampjes branden (als de batterij volledig opgeladen is, zie verder).
Figuur 7
Statusweergave en batterijstatus
Kans op letsel en schade door brand
•
Gebruik alleen de batterijen die bij de scooter geleverd werden. Contacteer uw
vakhandelaar voor eventuele vervanging.
•
Maak in geen geval de batterij open en breng geen wijzigingen aan; noch aan de batterij,
noch aan zijn contactpunten!
•
Bescherm de batterij en de oplader tegen vlammen, hoge temperaturen (>60°C), vocht,
zonlicht en zware schokken (bijvoorbeeld laten vallen). Gebruik de batterij NIET indien
dit wel het geval is geweest.
Status (fout)weergave (21)
Deze rode lampjes branden bij het inschakelen en gaan
daarna uit. Indien er een probleem is zullen deze lampjes
traag knipperen. Het aantal maal dat ze oplichten geeft het
nummer van de foutcode weer. De betekenis van deze code
kunt u vinden in hoofdstuk 5.
Batterij status weergave (24)
Na het inschakelen van de scooter zal de batterij status
indicator oplichten van links naar rechts. Als de batterij
volledig opgeladen is, zullen alle blokjes/lampjes aan zijn. Bij
gebruik van de scooter zal de batterijspanning afnemen en
zullen er rechts lampjes uit gaan. Hoe meer lampjes er
oplichten, hoe hoger de batterijlading.
Als enkel de 3 rode lampjes aan de linkerzijde oplichten,
moeten de batterijen opgeladen worden. Hou er bij het rijden
rekening mee, dat als de batterijspanning te laag wordt, de
scooter automatisch uitgeschakeld wordt (zie hoofdstuk 3.2)
WAARSCHUWING