INOVYS
12/2008
49
POSITIE MET BEEN OMHOOG VERGRENDELEN
Om de beensteun te vergrendelen in een gewenste
positie met het been omhoog, draait u de schroef (D)
handvast aan. Om de beensteun te laten zakken moet
de schroef (D) eerst worden losgedraaid. Pas dan
kunt u de beensteun in de helling met de
ontgrendelingshendel (A) verstellen.
BASISPOSITIE INSTELLEN
Doordat de rolstoel kan worden versteld, is het
mogelijk dat de stuurwielen tegen de voetsteunen
botsen, afhankelijk van de keuze van de wielgrootte,
zithoogte en zitdiepte. Door de instelschroef (E) kan
dat worden voorkomen. Met deze schroef kunt u
bepalen hoe laag u de beensteun in de onderste
positie plaatst.
LENGTE VERSTELLEN
Om de beensteun in de lengte te verstellen maakt u
de schroef (F) los, brengt u de buis van de voetsteun
in de gewenste positie en maakt u de schroef (F) weer
vast. Er zijn meerdere gaten om de buis vast te
maken.
VERSTELLEN VOOR SPITSVOET
Maak de zwarte kartelschroef (G) los, breng de
voetsteun in de gewenste positie en draai de schroef
weer handvast aan.
DIEPTE VERSTELLEN VOETSTEUNEN
Maak de twee schroeven (H) aan de voetsteunen los,
kies de gewenste diepte (drie posities mogelijk) en
draai de schroeven (H) weer handvast aan.
G
F
H
D
E
A
NL