Alya
2021-01
Uw scooter gebruiken
13
NL
3.5
De batterij opladen en vervangen
Gevaar voor letsel of beschadiging door brand
•
Gebruik enkel de batterijlader die geleverd werd bij uw scooter. Het gebruiken van een andere
lader kan gevaarlijk zijn (brandgevaar).
•
De lader is enkel bedoeld om de batterijen op te laden die geleverd werden bij uw scooter,
geen andere batterijen.
•
Maak geen aanpassingen aan de geleverde onderdelen, bijv. kabels, stekkers of de
batterijlader. Open of vervang nooit de batterij of de aansluitpunten.
•
Bescherm de batterij en batterijlader tegen vlammen, hoge en lage temperaturen (zie
hoofdstuk 6), vochtigheid, zon, hevige schokken (bijvoorbeeld vallen). Gebruik de batterij NIET
als ze is blootgesteld aan een van de voornoemde omstandigheden.
•
Laad de batterij op met de geleverde lader, binnenshuis, in een goed geventileerde ruimte,
buiten het bereik van kinderen.
Gevaar voor beschadiging
•
Automatische ontlading van de batterij en de ruststroom van de verbonden gebruikers zullen
de batterij langzaam ontladen. De batterij kan onherstelbaar beschadigd raken indien ze
volledig ontladen wordt. Zorg er daarom steeds voor dat de batterij tijdig wordt opgeladen
(ongeveer een keer per maand).
•
Lees de instructies voor bewaring en onderhoud in hoofdstuk 4, en de technische details in
hoofdstuk 6.
•
Koppel de batterijlader pas los wanneer de batterij volledig werd opgeladen.
•
Laad batterijen niet op onder 0°. Verplaats de batterij naar een warmere plaats en begin het
opladen.
•
Houd het aansluitpunt voor de batterijlader vrij van stof of vuil.
•
In geval van problemen waardoor de batterij niet opgeladen kan worden volgens de
gebruiksaanwijzing van de lader, neem dan contact op met uw vakhandelaar.
•
Contacteer uw vakhandelaar voor eventuele vervanging.
•
Scherm de batterij af van grote bronnen die elektromagnetische straling uitzenden.
•
Gebruik geen verlengkabel om op te laden.
3.5.1 De batterij opladen
Bij problemen, contacteer uw vakhandelaar.
Om de batterij op te laden:
1. Schakel de scooter UIT en verwijder de sleutel.
2. Verbind EERST de batterijlader met een 230V AC
stopcontact.
3. Open het afdekkapje over het aansluitpunt op de scooter (9).
4. Sluit de lader aan op de scooter. Zowel het rode als oranje
indicatielampje op de lader lichten op.
5. Wacht tot de batterij volledig is opgeladen. Het oranje
indicatielampje wordt groen.
6. Koppel de batterijlader los van de scooter en schuif het
afdekkapje terug op zijn plaats.
7. Schakel de scooter AAN en ga na of alle lampjes van de
batterijstatus indicator branden.
8. Verwijder de lader uit het stopcontact laat afkoelen en bewaar op een droge locatie.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
9