PI3000B & M 24V
16
VELLEMAN
DC bedrading: zie "4.d. Aansluitingen" op blz. 2 voor de correcte manier om de DC bekabeling aan te sluiten.
Als u een accukeuzeschakelaar (fig.5 #2) gebruikt, selecteer dan 1 van de accublokken. Zet de inverter aan (fig.2
#2). De voltmeter op de inverter (fig.2 #4) zou 24 à 26V moeten aangeven, afhankelijk van de spanning over de
accu. Is dit niet het geval, controleer dan de voedingsbron en de bekabeling. Andere lampjes mogen niet oplichten.
Het is raadzaam een hoofdzekering te plaatsen in de positieve accukabel om de inverter te beschermen
tegen kortsluitingen in de DC bedrading. De zekering zou zo dicht mogelijk bij de accu moeten zitten. Een
autozekering wordt aanbevolen. De weerstand van de zekering moet voldoende zijn om al uw toestellen op DC
stroom te laten werken, maar toch uw accukabels te beschermen.
6. Werking en bediening
a. Het frontpaneel (zie fig.2)
ON/OFF schakelaar (#2): schakelt het circuit in de inverter aan en uit ; SLUIT DE STROOMTOEVOER NIET AF.
In de OFF-stand trekt de inverter minder dan 0.2mA stroom van de accu. In de ON-stand maar zonder belasting trekt
de inverter minder dan 850mA ; dit is een laag stroomverbruik. Aan zo'n verbruik duurt het meer dan een week om
een accu van 100 amp-uur te ontladen, dus hoeft u zich geen zorgen te maken over overmatig verbruik als u de
inverter enkele dagen laat aanliggen. Als u hem meer dan een week niet nodig zult hebben, zet hem dan af.
ON/OFF aansluiting voor afstandsbediening (#6): een connector voor een optionele afstandsbediening, waardoor
u uw PI3000B & M uit het zicht kunt monteren en hem van op een voor u gemakkelijke plaats aan en uit kunt zetten.
Op de afstandsbediening zit een ON/OFF schakelaar en een lampje dat aangeeft of het toestel aan of uit staat.
Accu spanningsmeter (#4, links): geeft de spanning aan over de ingangen van de inverter. Bij lage ingangsstroom
ligt deze spanning zeer dicht bij de spanning over de accu. Bij hogere ingangsstroom zal de spanning lager zijn door
het spanningsverlies in de kabels en de aansluitingen. Normaal moet de spanning in de groene zone van de meter
blijven. Als de spanning de rode zone boven- of onderaan bereikt, kan de inverter zichzelf uitschakelen.
Accu stroommeter (#4, rechts): toont hoeveel stroom de inverter uit de accu trekt. Voor langdurige werking moet
de stroom in het groene gebied blijven. Korte pieken in de gele zone zijn mogelijk. Als de stroom in de rode zone
komt, zal de inverter zijn uitgangsstroom beperken op zichzelf te beschermen.
Oververhittinglampje (#1): licht op en het alarmsignaal gaat af als de inverter zichzelf uitschakelt bij oververhitting.
Dit kan gebeuren wanneer de inverter langdurig boven de 2400W gebruikt is, of omdat hij geïnstalleerd is waar hij
niet voldoende kan afkoelen. De inverter zal automatisch heropstarten als hij afgekoeld is.
Overbelastingslampje (#3): licht op wanneer de inverter zichzelf uitschakelt door overbelasting. Zet de inverter uit,
koppel de belasting los en zet de inverter terug aan.
Alarmsignaal: de inverter is uitgerust met een alarmsignaal dat afgaat wanneer:
- het toestel oververhit
- de spanning over de accu laag is (<21.5V)
- de inverter zichzelf uitschakelt door te lage spanning (<20.0V)
b. Gebruikslimieten
Uitgangsvermogen: de PI3000B & M kan doorlopend 2400W of 22A leveren en gedurende ong. 5 minuten 3000W
of 28A, waarna hij 5 minuten moet afkoelen voor hij opnieuw 3000W kan leveren. De vermogenswaarde geldt voor
weerstandsbelastingen zoals verwarmingstoestellen ; de stroomwaarde voor reactieve belastingen zoals motoren.
De inverter zal de meeste AC belastingen binnen deze waarden kunnen voeden. Bepaalde inductiemotoren vragen
echter zeer hoge piekstromen om te starten. Het is mogelijk dat de inverter sommige inductiemotoren niet kan doen
starten, hoewel hun aangegeven vermogen binnen de limieten van de inverter ligt. Normaal moet de PI3000B & M
enkelfasige inductiemotoren van 1PK of minder kunnen starten.
Als een motor niet wil starten, kijk dan hoeveel spanning de spanningsmeter op het frontpaneel aangeeft terwijl u de
motor probeert te starten. Zakt de spanning onder 22V, kan dit de oorzaak zijn waarom de motor niet start. Zorg
ervoor dat de accu volledig opgeladen en goed verbonden is. Is dit het geval, maar zakt de spanning nog altijd onder
22V, moet u wellicht een accu met een grotere capaciteit gebruiken.