49
Voorbeelden van vermogeninstellingen
(onderstaande waarden zijn louter indicatief)
1 tot 2
Smelten
Opwarmen
Sauzen, boter, chocolade, gelatine
Op voorhand bereide gerechten
2 tot 3
Sudderen
Ontdooien
Rijst, pudding, suikerstroop
Gedroogde groente, vis, bevroren producten
3 tot 4
Stomen
Groente, vis, vlees
4 tot 5
Water
Gestoomde aardappelen, soep, paste, verse
groente
6 tot 7
Op middelmatig vuur koken
Sudderen
Vlees, lever, eieren, worst
Goulash, roulade, pens
7 tot 8
Koken
Aardappelen, beignets, wafels
9
Braden, roosteren, water
koken
Steak, omelet, gefrituurde gerechten, water
REINIGING EN ONDERHOUD
Voordat u de kookplaat reinigt, haal de stekker uit het stopcontact en laat het voldoende
afkoelen om brandwonden te vermijden.
•
Verwijder lichte vlekken met een vochtige doek geweekt in een warm sopje. Spoel
vervolgens met koud water af en droog het oppervlak grondig.
•
Gebruik nooit een stoomreiniger of hogedrukreiniger.
•
Gebruik geen voorwerp die krassen op het keramisch glas kunnen achterlaten (zoals een
schuursponsje of uiteinde van een mes,...).
•
Zeer corrosieve of agressieve schoonmaakmiddelen om krassen te vermijden.
•
Veeg het apparaat droog met een schone doek.
•
Verwijder gemors van suiker, jam, gelei, etc. onmiddellijk.
PROBLEEMOPLOSSING
De kookplaat of het kookveld start niet:
•
De kookplaat is niet juist op de voeding aangesloten.
•
De beveiligingszekering is doorgeslagen.
•
Controleer of de vergrendelingsfunctie actief is.
•
De tasttoetsen zijn bedekt met vet of water.
•
Er is een voorwerp op een toets geplaatst.
Het bedieningspaneel geeft [ U ] weer:
•
Er bevindt zich geen pan op het kookveld.
•
De pan is niet geschikt voor inductie.
•
De bodemdiameter van de pan is te klein vergeleken met deze van het kookveld.
Downloaded from www.vandenborre.be