33
Schakel het apparaat uit.
Wacht totdat het apparaat volledig tot stilstand is gekomen.
Het apparaat mag nooit in water worden gedompeld. Motor of elektrische
componenten van het apparaat mogen niet vochtig worden.
1. Gebruik nooit scherpe schuurmiddelen, staalwol, metalen voorwerpen, hete
schoonmaakmiddelen of desinfecterende middelen.
2. Veeg de behuizing en het rooster van de ventilator met een licht vochtige
doek af.
3. Sla de ventilator op een droge en veilige plaats op om hem te beschermen
tegen stof, schokken, hitte en vocht. Wij adviseren om de originele verpak-
king te bewaren en het apparaat daarin op te bergen als u het niet nodig
hebt.
6. Het controlelampje brandt blauw en geeft aan dat het apparaat in werking
is. Als u op de knop M drukt, wisselt de kleur van het controlelampje van
blauw naar oranje.
7. Aanwijzing: Als het controlelampje blauw knippert, wordt de accucapaciteit
minder. Laad het apparaat dan zo snel als mogelijk op.
8. Schakel het apparaat met de AAN-/UIT-schakelaar uit als u het niet meer
nodig hebt.
REINIGING EN ONDERHOUD
Copyright UNOLD AG | www.unold.de