111
NL/BE
Alleen zo kan het continue vermo-
gen van 300 W bereikt worden.
Let op!
Sluit de transformator
1
nooit op
een 24 V-boordnet aan. Het appa-
raat wordt anders beschadigd.
Het apparaat mag uitsluitend op
een spanningsbron met een nomi-
nale spanning van 12 V worden
aangesloten.
z
Plaatsen en bevestigen
De transformator
1
moet op
een effen en vlak oppervlak
gepositioneerd worden. Zorg
ervoor dat rondom de transfor-
mator
1
minstens 1 cm vrije
ruimte voor de luchtcirculatie
overblijft.
Achter de ventilatiesleuven van
de ventilator
14
moet een
afstand van 50 cm in acht
worden genomen.
Voor de vaste montage in een
voertuig zijn in de kunststof
sokkel van de transformator
1
gaten
15
voorzien. Met behulp
van passende schroeven kan
de transformator
1
stevig
gemonteerd worden. Neem
daarbij bovengenoemde vrije
ruimte voor de luchtcirculatie
in acht.
Vanwege voertuigspecifieke
kenmerken is het niet mogelijk
universeel passend bevesti-
gingsmateriaal toe te voegen.
Mocht u twijfels hebben, neem
dan contact op met uw auto-
werkplaats.
z
Werking in een
voertuig
Wanneer u de transformator
1
in een voertuig gebruikt, zorg er
dan voor dat de installatie u niet
belemmert bij de rijtaken. Leg
kabels daarom altijd zo dat ze
niet met bewegende delen in aan-
raking komen of het zicht kunnen
belemmeren.
Opmerkingen voor het gebruik
351562_2007_Spannungswandler_content_LB8.indb 111
351562_2007_Spannungswandler_content_LB8.indb 111
13.11.20 16:21
13.11.20 16:21