54
Meting starten: meettoets indrukken.
Terug naar het infraroodmenu: meettoets indrukken.
De emissiecoëfficiënt instellen
- Het meetinstrument bevindt zich in het infraroodmenu.
Indien in het emissiecoëfficiënt-menu gedurende 3 sec geen toets
is ingedrukt, schakelt het instrument over naar het infraroodmenu.
1
3 sec ingedrukt houden.
2 De emissiecoëfficiënt instellen:
of
indrukken.
- Het meetinstrument schakelt over naar het infraroodmenu.
8. Instellingen
- Het meetinstrument is uitgeschakeld
Indien in het instellingen-menu gedurende 3 sec geen toets wordt
ingedrukt, schakelt het instrument over naar de volgende
weergave.
1
3 sec ingedrukt.
- Het meetinstrument schakelt over naar het instellingenmenu.
2 Ondergrens alarmwaarde (
ALARM
) instellen:
of
indrukken. Om snel vooruit te gaan, toets ingedrukt houden.
3 Bovengrens alarmwaarde (
ALARM
) instellen:
of
indrukken. Om snel vooruit te gaan, toets ingedrukt houden.
4 Alarmfunctie in- (
on
) / uitschakelen (
oFF
): of indrukken.
5 Meetgrootheid instellen (
°C
of
°F
)
: of indrukken.
- Het meetinstrument schakelt over naar het infraroodmenu.
De alarmfunctie is alleen beschikbaar voor IR-metingen. Bij
over- / onderschrijding van de ingestelde alarmgrenswaarde
wordt het optisch en akoestisch alarm geactiveerd.
9. Onderhoud
9.1 Batterij vervangen
Het meetinstrument moet uitgeschakeld zijn!
1 Batterijvak openen: het deksel uitklappen.
2 Verbruikte batterij verwijderen en nieuwe
batterij plaatsen. let op de polariteit! De min-
pool moet na het plaatsen van de batterij
zichtbaar zijn.
3 Batterijvak sluiten: het deksel dichtklappen.
9.2 Het meetinstrument reinigen
Geen scherpe reinigings- of oplosmiddelen gebruiken!
De behuizing met een vochtige doek (zeep) schoonwrijven.
De lens voorzichtig met een - in water of zuivere alcohol
gedrenkt - wattenstaafje reinigen.
-
+