Techfire Nevio UNI-1964-L-GTS13-FA, User Manual

Page: 147 / 160

147
Plaatsing van de voorzetkachel en aansluiting op de schoorsteen
De verpakking van uw nieuwe voorzetkachel beschermt deze optimaal tegen beschadiging.
Toch kan bij het transport echter schade aan de kachel of accessoires ontstaan zijn. Controleer
daarom uw voorzetkachel na het uitpakken op schade en volledigheid! Meld eventuele man-
kementen direct bij uw kachelspeciaalzaak!
De verpakking van uw voorzetkachel is zoveel mogelijk milieuvriendelijk. Het oppervlak van het
hout van de verpakking is niet behandeld en kan kleingemaakt verstookt worden. Het karton
en de folies kunnen probleemloos als reststoffen via de gemeentelijke verzamelpunten worden
afgevoerd.
Bij voorzetkachels met zelfsluitende vuurhaarddeuren is aansluiting op een reeds met andere
kachels en haarden bezette schoorsteen mogelijk, voor zover dit niet in strijd is met de schoor-
steendimensionering volgens DIN EN 13384 resp. 13384-2.
Bij de werking van meerdere kachels in een ruimte of in een geïntegreerd luchtsysteem moet
voor voldoende verbrandingsluchttoevoer worden gezorgd.
Op op de schoorsteen aan te sluiten moet een rookkanaal van 2 mm dikke staalplaat worden
gebruikt. Het rookkanaal moet stevig en dicht zowel met de rookgasaansluiting als met de
schoorsteen worden verbonden. Deze vaste en dichte verbinding is ook voor de rookkanaal-
elementen onderling absoluut noodzakelijk. Er moet absoluut op worden gelet, dat het rook-
kanaal niet in de vrije doorsnede van de schoorsteen steekt. Voor de invoering in de schoor-
steen wordt het gebruik van een muurplaat aanbevolen.
Bij een langere afvoergasbuisgeleiding moeten horizontale stukken en vernauwingen worden
vermeden; een in de richting van de schoorsteen oplopend pijpwerk is raadzaam. Bij een
geringe trek van de schoorsteen raden wij aan, de kachel via een minstens 1 m lang loodrecht
buisstuk aan te sluiten.
In principe moten bij de aansluiting van de rookkanalen de wettelijke voorschriften in acht
genomen worden. Bij het aansluiten op de schoorsteen via de bovenste rookkanaalaansluiting
moet b.v. een afstand van 40 cm van het rookkanaal ten opzichte van brandbare componenten
aangehouden worden. Deze minimale afstand kan tot 10 cm gereduceerd worden, wanneer
het rookkanaal van een minstens 2 cm dikke ommanteling met een niet brandbaar isolatiema-
teriaal voorzien is.
De correct aansluiting van de rookkanalen moet in elk geval door een schoorsteenveger
gecontroleerd worden.
Veiligheidsafstanden (minimale afstanden):
Bij de opstelling van de voorzetkachel moeten in principe de door de overheid verstrekte
brandpreventievoorschriften opgevolgd worden. Vraag uw schoorsteenveger hiernaar.
De minimale afstand tot brandbare of voor temperatuur gevoelige materialen (b.v. meubels,
behang, lambrisering) resp. van dragende wanden moet als volgt worden aangehouden.
De betreffende afstanden voor uw model staan in het bijgevoegde gegevensblad van het appa-
raat, dat bestanddeel van deze bedieningshandleiding vormt.
Bij brandbare of voor temperatuur gevoelige vloerbedekkingen moet het apparaat op een niet
brandbare bodembeschermingsplaat (b.v. staalplaat, glas) gezet worden. Bodembescher-
mingsplaten (onderlegplaten) heeft uw dealer in zijn programma met accessoires. U kunt deze
indien nodig bij uw ovenspeciaalzaak bestellen.
De minimale afmetingen/veiligheidsafstanden vindt u in de gegevensbladen van de apparaten
en bij de testrapporten
Aanwijzing:
Losse of uit de verankering gegleden trekgeleidingsplaten o.i.d. zijn geen mankemen-
ten (zie hoofdstuk
►
Eerste inbedrijfstelling van uw voorzetkachel – p. 149).
NL
Ofen_477445.book Seite 147 Donnerstag, 5. Juni 2014 9:15 09