De gegevens zijn gebaseerd op normale bedrijfsom‐
standigheden. Onder zware omstandigheden (veel
stofoverlast enz.) en bij langere werktijden per dag
dienen de gegeven intervallen navenant te worden
verkort.
Voor begin van de werkzaamheden
Na beëindigen van de werkzaamheden, resp. dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Jaarlijks
Bij storingen
Bij beschadiging
Indien nodig
laten vervangen door
geautoriseerde dealer
1)
X
Bereikbare bouten en moe‐
ren
natrekken
X
Veiligheidssticker
vervangen
X
1)
STIHL adviseert de STIHL dealer
2)
Vervolgens met STIHL harsoplosmiddel inspuiten
10 Slijtage minimaliseren en
schade voorkomen
Het aanhouden van de voorschriften in deze
handleiding voorkomt overmatige slijtage en
schade aan het apparaat.
Gebruik, onderhoud en opslag van het apparaat
moeten net zo zorgvuldig plaatsvinden als staat
beschreven in de handleiding.
De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor alle
schade die door het niet in acht nemen van de
veiligheids-, bedienings- en onderhoudsaanwij‐
zingen wordt veroorzaakt. Dit geldt in het bijzon‐
der voor:
–
niet door STIHL vrijgegeven wijzigingen aan
het product
–
het gebruik van gereedschappen of toebeho‐
ren die niet voor het apparaat zijn vrijgegeven,
niet geschikt of kwalitatief minderwaardig zijn
–
het niet volgens voorschrift gebruikmaken van
het apparaat
–
gebruik van het apparaat bij sportmanifesta‐
ties of wedstrijden
–
vervolgschade door het blijven gebruiken van
het apparaat met defecte onderdelen
10.1
Onderhoudswerkzaamheden
Alle in het hoofdstuk „Onderhouds- en reinigings‐
voorschriften“ vermelde werkzaamheden moeten
regelmatig worden uitgevoerd. Voorzover deze
onderhoudswerkzaamheden niet door de gebrui‐
ker zelf kunnen worden uitgevoerd, moeten deze
worden overgelaten aan een geautoriseerde
dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en reparatiewerk‐
zaamheden alleen door de STIHL dealer te laten
uitvoeren. De STIHL dealers worden regelmatig
geschoold en hebben de beschikking over tech‐
nische informaties.
Als deze werkzaamheden niet of onvakkundig
worden uitgevoerd kan er schade ontstaan waar‐
voor de gebruiker zelf verantwoordelijk is. Hier‐
toe behoren onder andere:
–
schade aan de elektromotor ten gevolge van
niet tijdig of niet correct uitgevoerde onder‐
houdswerkzaamheden (bijv. onvoldoende rei‐
niging van de koelluchtgeleiding)
–
schade door verkeerde elektrische aansluiting
(spanning, te lichte bedrading)
Nederlands
10 Slijtage minimaliseren en schade voorkomen
70
0458-762-9621-C