11
Instelling dipswitches DS2
Switch 1 2 3 4 Tijd (s)
1
0 0 0 0 0,5
2
1 0 0
0 0,6
3
0 1 0 0 0,7
4
1 1 0 0 0,8
5
0 0 1 0 0,9
6
1 0 1 0 1,0
7
0 1 1 0 1,1
8
1 1 1 0 1,2
*)
9
0 0 0 1 1,3
10
1 0 0 1 1,4
11
0 1 0 1 1,5
12
1 1 0 1 1,6
13
0 0 1 1 1,7
14
1 0 1 1 1,8
15
0 1 1 1 1,9
16
1 1 1 1 2,0
0 = OFF 1 = ON
*)
Standaard instelling
COMBILOK VALT TIJDENS VERGRENDELING IN STORING
A.
Blijft tijdens langsbeweging staan.
Knop "reset alarm" 1 x indrukken om alarm stil te maken.
Knop "vrachtwagen vrijmaken" 1 x indrukken om de
Combilok in de uitgangspositie te brengen. Knop
"vrachtwagen blokkeren" 1 x indrukken om te
vergrendelen. Bij herhaling servicedienst waarschuwen.
B.
Blijft aan het einde van de langsbeweging
staan.
Tijdens blokkeerbeweging geen wiel gesignaleerd. Reinig
eventueel de lens van de sensor met een zachte doek. Bereik
van de wielsensor mogelijk niet goed afgesteld. Controleer
en stel eventueel af als beschreven in paragraaf 4.3.1.
Verder als onder A.
C.
Dwarsbeweging gestart, maar niet afgemaakt.
Dwarsgeleider vast gelopen op obstakel. Controleer de
ruimte achter het wiel. Verder als onder A.
GEEN STUURSPANNING (zie bedieningspaneel fig. 2A)
Geen enkele LED op het front brandt.
A.
Stuurspanning (nog niet) ingeschakeld.
Knop "reset alarm" 1 x indrukken.
B.
Nood-uit schakelaar ingedrukt.
In pijl richting ontgrendelen en knop reset alarm
1 x indrukken.
C.
Toetsenbord functioneert niet.
Stekkerverbinding intern controleren.
D.
Automatische zekering in werking getreden.
Zekering resetten door hoofdschakelaar uit en aan te zetten.
Bij herhaling servicedienst waarschuwen.
E.
Zekering defect.
Zekering F1 (630 mAT) vervangen, zie FIG. D
GEEN NETSPANNING (zie bedieningspaneel fig. 2A)
Geen enkele LED op het front brandt.
A.
Netspanning niet aanwezig.
Storing door erkende elektricien laten opheffen.
B.
Netzekeringen defect.
Vervang de defecte zekeringen.
C.
Hoofdschakelaar uit.
Hoofdschakelaar aanzetten.
BUITENLICHTINDIKATIE FUNKTIONEERT NIET
A.
Zekering defect.
Zekering F1 (630 mAT) vervangen, zie FIG. D
B
Nulleider niet aangesloten.
Nulleider aanleggen.
5.3.
STROOMUITVAL
Bij stroomuitval kan de blokkering handmatig drukloos gemaakt worden. De
handle van de handkraan (pos. 8 in FIG. J) onder de afscherming van de hydr.
unit wordt in lijn met de aansluitingen gezet. M.b.v. een geschikt
hulpgereedschap (lange lijmtang) kan het uitschuifstuk worden ingetrokken.
5.4.
REACTIETIJD DWARSBEWEGING
Af fabriek is de Combilok zo ingesteld dat de dwarsbeweging begint als binnen
1,2 seconde na wieldetectie niets meer wordt gedetecteerd. Indien in specifieke
gevallen het nodig blijkt te zijn een andere instelling te moeten kiezen, is dit
mogelijk met de dipswitches DS2, zie FIG. D en tabel hiernaast.
Summary of Contents for COMBILOK
Page 2: ......
Page 53: ......
Page 55: ...51 FIG A ...
Page 57: ...53 FIG B ...
Page 59: ...55 FIG C ...
Page 63: ...59 FIG F ...
Page 65: ...61 FIG G ...
Page 69: ...65 FIG J ...
Page 73: ......