9
NL
2
Verbind een iPhone/iPod met de USB-
poort.
Controleer of
oplicht op het display van het
apparaat.
Opmerkingen
Automatische BLUETOOTH-koppeling is niet mogelijk
wanneer het apparaat reeds verbonden is met een
ander BLUETOOTH-toestel. In dit geval verbreekt u de
verbinding met het andere toestel en brengt u de
verbinding met de iPhone/iPod opnieuw tot stand.
Als de automatische BLUETOOTH-koppeling niet
werkt, zie "Een BLUETOOTH-toestel voorbereiden"
voor meer informatie (pagina 7).
Een USB-apparaat aansluiten
1
Verlaag het volume op het apparaat.
2
Sluit het USB-apparaat aan op het
apparaat.
Gebruik voor het aansluiten van een iPod/
iPhone de USB-verbindingskabel voor iPod (niet
bijgeleverd).
Een ander draagbaar
audiotoestel aansluiten
1
Schakel het draagbare audiotoestel uit.
2
Verlaag het volume op het apparaat.
3
Sluit het draagbare audiotoestel met
behulp van een verbindingskabel (niet
bijgeleverd)
*
aan op de AUX-ingang
(stereominiaansluiting) op het apparaat.
* Gebruik een rechte stekker.
4
Druk op SOURCE om [AUX] te selecteren.
Het volumeniveau van het aangesloten
toestel afstemmen op andere bronnen
Start het afspelen op het draagbare audiotoestel bij
een gemiddeld volume en stel uw gebruikelijke
luistervolume in op het hoofdapparaat.
Druk op MENU en selecteer [SET SOUND]
[SET
AUX VOL] (pagina 20).