22
De werkingsrichting wijzigen
De werkingsrichting van de bedieningselementen
is in de fabriek ingesteld, zoals hieronder wordt
aangegeven.
Als u de bedieningssatelliet rechts op de
stuurkolom moet monteren, kan de
werkingsrichting worden omgekeerd.
Druk 2 seconden op
(SEL)
terwijl u de
VOL regelaar ingedrukt houdt.
Opmerking
Als u 2 seconden op
(SEL)
drukt terwijl u de VOL
regelaar ingedrukt houdt, verschijnt "NORM" of "REV"
in het display.
– Met "NORM" kunt u de bedieningssatelliet in de
standaardpositie gebruiken.
– Met "REV" kunt u de bedieningssatelliet gebruiken
als deze aan de rechterzijde van de stuurkolom is
gemonteerd.
De geluidskenmerken
wijzigen
U kunt de balans, de fader, het laagdoorlaatfilter
en het subwoofervolume regelen.
1
Druk herhaaldelijk op
(SEL)
tot "BAL",
"FAD", "LPF" of "SUB" verschijnt.
Als u op
(SEL)
drukt, wordt het item als
volgt gewijzigd:
LOW
*
1
t
MID
*
1
t
HI
*
1
t
BAL (links-rechts)
t
FAD (voor-achter)
t
LPF (laagdoorlaatfilter)
*
2
*
3
t
SUB (subwoofervolume)
*
2
*
4
*1
Als EQ3 is ingeschakeld (pagina 24).
*2
Als "SUB" is geselecteerd (pagina 23).
*3
De kantelfrequentie kan worden aangepast,
waarbij u kunt kiezen uit 78 Hz, 125 Hz en OFF.
*4
Het volume kan stapsgewijs worden ingesteld
op een waarde tussen –10 en +10. Onder –10
wordt "ATT" weergegeven.
2
Druk op de /– toets om het
geselecteerde item aan te passen.
Opmerking
Pas het item aan binnen 3 seconden nadat u het hebt
geselecteerd.
Het geluid snel dempen
Druk op
(ATT)
.
Nadat "ATT-ON" kort is weergegeven,
verschijnt "ATT" in het display.
Druk nogmaals op
(ATT)
om het vorige volume
te herstellen.
Tip
Wanneer de interfacekabel van een autotelefoon is
aangesloten op de ATT-kabel, wordt het volume
automatisch verlaagd wanneer een telefoongesprek
binnenkomt (Telephone ATT-functie).
Verlagen
Verhogen