31
NL
NL
Functielijst
Functies die kunnen worden
geselecteerd met de Fn (functie-)knop
De functies die kunnen worden geselecteerd met de Fn-knop zijn de
volgende:
Scènekeuze
Hiermee kunt u een geschikte instelling van de
scènekeuzefunctie selecteren aan de hand van de
opnameomstandigheden.
(Portret/Sportactie/Macro/Landschap/Zonsondergang/
Nachtscène/Schemeropn. uit hand/Nachtportret)
Film
Hiermee kunt u de belichtingsfunctie selecteren die het meest
geschikt is voor uw onderwerp of effect, en kunt u
bewegende beelden opnemen.
(P/A/S/M)
Transportfunctie
Hiermee kunt u de transportfunctie instellen, bijvoorbeeld
voor ononderbroken opnemen.
(Enkele opname/Continue opname/Zelfontspanner/Bracket:
continu/Bracket enkel/Witbalansbracket)
Flitsfunctie
Hiermee kunt u de flitserfunctie instellen
(Flitser uit/Automatisch flitsen/Invulflits/Langz.flitssync./
Eindsynchron./Draadloos)
Autom. scherpst.
Hiermee kunt u de scherpstelmethode selecteren die geschikt
is voor de beweging van het onderwerp.
(Enkelvoudige AF/Automatische AF/Continue AF)
AF-gebied
Hiermee kunt u het scherpstelgebied selecteren.
(Breed/Zone/Punt/Lokaal)
AF-vergrendeling
Houdt het onderwerp scherp in beeld terwijl het wordt
gevolgd.
(Uit/Aan/Aan(AF-vergrendeling met sluiter))
Lach-/Gezichtsherk.
Hiermee kunt u automatisch gezicht(en) van mensen
vastleggen met optimale scherpstelling en belichting. /
Hiermee kunt u opnemen zodra een lach wordt herkend.
(Gezichtsherkenning Uit/Gezichtsherkenning Aan (ger.
gezicht.)/Gezichtsherkenning Aan/Lach-sluiter)
Automat. kadreren
Bij het opnemen van gezichten, close-up’s of onderwerpen
die worden gevolgd door [AF-vergrendeling], analyseert de
camera de scène en snijdt automatisch het beeld bij naar een
geschikte compositie.
(Uit/Automatisch)