Installatie van de vaatwasser
_9
02 INS
T
ALLA
TIE
WATERTOEVOER EN AFVOER
Koudwateraansluiting
Sluit de koudwatertoevoerslang aan op een schroefdraadaansluiting (3/4 inch) en
controleer of deze stevig vast zit.
Als de waterpijp nieuw is of lange tijd niet is gebruikt, laat u het water enige tijd
lopen om te controleren of het water schoon is en vrij van onzuiverheden. Als
u deze voorzorgsmaatregel niet neemt, bestaat het risico dat de waterinlaat
verstopt raakt en de machine wordt beschadigd.
De meegeleverde watertoevoerslag is voorzien van een aqua-safe systeem.
Vergewis u ervan dat de aqua-safe pijp van de waterslang is aangesloten
op de waterkraan.
Warmwateraansluiting
De watertoevoerleiding van de machine kan ook worden aangesloten op de warmwaterleiding van de
woning (gecentraliseerd systeem, verwarmingssysteem), mits de temperatuur niet hoger is dan 60 °C.
In dat geval wordt het wasprogramma verkort met circa 15 minuten en wordt de efficiëntie van het
wasprogramma enigszins verlaagd. De aansluiting op de warmwaterleiding moet op dezelfde wijze worden
gemaakt als de aansluiting op de koudwaterleiding.
Plaatsing van de machine
Plaats de machine op de gewenste locatie. De achterzijde moet tegen de achterliggende wand rusten
en de zijkanten moeten langs de aangrenzende kastjes of wand lopen. De vaatwasser is voorzien
van wateraanvoer- en -afvoerslangen die aan de linkerkant en aan de rechterkant kunnen worden
geplaatst, om de installatie te vergemakkelijken.
Overtollig water uit de slangen laten lopen.
Als de gootsteen zich 1000 mm of meer boven de vloer bevindt, kunt het overtollige water uit de slangen
niet direct in de gootsteen laten weglopen. In dat geval moet u het overtollige water uit de slangen in een
emmer of geschikte opvangbak laten lopen die lager dan de gootsteen wordt geplaatst.
Wateruitlaat
Sluit de waterafvoerslang aan. De slang moet op de juiste wijze worden aangesloten om te vorkomen dat
het water lekt.
Controleer dat de wateraanvoerslang niet is geknikt of dichtgeknepen.
Verlengslang
Als het nodig is de afvoerslang te verlengen, moet u een afvoerslang gebruiken van dezelfde maat en kwaliteit.
De slang mag niet meer dan 4 meter lang zijn; anders zou het schoonmaakresultaat van de vaatwasser
kunnen worden verminderd.
Aansluiting van de afvoerslang
De afvoer moet zich bevinden op een hoogte van ten minste 40 cm en ten hoogste 100 cm van de bodem
van de vaatwasser. De waterafvoerslang moet worden vastgezet met een slangenklem.
Aqua-safe
Het Aqua-safe systeem is een met een veiligheidsklep ter voorkoming van waterlekkage. Als de
waterinlaatslang op een zeker moment begint te lekken, sluit de veiligheidsklep de watertoevoer af. Als de
watertoevoerslang of de veiligheidsklep is beschadigd, moet u deze verwijderen en vervangen.
U mag de aanvoerslang niet verlengen of verkorten.
DD81-01446A-02_NL.indd 9
DD81-01446A-02_NL.indd 9
2014-11-12 2:29:50
2014-11-12 2:29:50