Montagehandleiding
32
RKHBRD011~Y1
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW61218-1C – 2012.06
Patroon A wordt geconfigureerd door middel van lokale instellingen:
1
Selecteer het gepaste patroon: [7-02]=0
2
Schakel meervoudig instelpunt 1 in: [7-03]=0
➞
[7-03]=1
Schakel meervoudig instelpunt 2 in: [7-04]=0
➞
[7-04]=1
3
Voer de meervoudig instelpunt 1 van de temperatuur in: [A-03]
(zie hieronder)
Voer de meervoudig instelpunt 2 van de temperatuur in: [A-04]
(zie hieronder)
Configuratievoorbeeld:
Besturing met meerdere instelpunten volgens patroon B
De basisinstelling van patroon B met meerdere instelpunten is
dezelfde als bij een normaal klassiek ontwerp. Dit betekent dat ook
hier het gelijktijdig verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
en verwarmen van ruimten niet mogelijk is.
Patroon B met meerdere instelpunten is gericht op het verwarmen
van ruimten en maakt het gebruik van meerdere instelpunten
mogelijk in combinatie met de afstandsbediening of een externe
kamerthermostaat.
In de configuratie van patroon B zijn 3 instelpunten voor het
verwarmen van ruimten en 1 instelpunt voor het verwarmen van
water voor huishoudelijk gebruik mogelijk.
De verzoeksignalen voor het verwarmen van ruimten kunnen op
2 verschillende manier worden geïmplementeerd (keuze van de
installateur):
■
thermo AAN/UIT-signaal (van externe kamerthermostaat)
■
statussignaal (actief/niet actief) van het overeenkomstige
temperatuurverlagingsapparaat
Aangezien ruimte 0 zonder temperatuurverlagingsapparaat werkt
(
), moet zij altijd gekoppeld worden aan het hoogste instelpunt
van de watertemperatuur en kan zij door de thermostaatfunctie van
de afstandsbediening of de externe kamerthermostaat worden
gestuurd. De instellingen voor ruimte 0 kunnen op de afstands-
bediening worden gemaakt (dezelfde als bij normale werking
(1)
).
De elektrische aansluitingen op de unit moeten worden uitgevoerd op
de vraag-printplaat in optie.
Instel-
punt
Lokale
instelling
Thermo-status
Warm water
voor huis-
houdelijk
gebruik
70°C
(a)
(a) De watertemperatuur vereist om dit instelpunt te bereiken is natuurlijk
hoger dan 70°C.
[b-03]
UIT
AAN
UIT
UIT
UIT
Ruimte 1
65°C
[A-03]
UIT
AAN/UIT
AAN
AAN
UIT
Ruimte 2
35°C
[A-04]
UIT
AAN/UIT
AAN
UIT
AAN
Resulterend water warmtepomp UIT
>70°C
65°C 65°C 35°C
LET OP
■
Als het systeem volgens patroon A is geconfi-
gureerd, kunnen noch de thermostaatfunctie van
de afstandsbediening (standaard UIT als
meerdere instelpunten is geselecteerd), noch de
externe kamerthermostaat (ter vervanging van de
thermostaatfunctie van de afstandsbediening)
worden gebruikt.
■
De waarde van de watertemperatuur in de
afstandsbediening wordt genegeerd wanneer
patroon A actief is.
■
De installateur moet ervoor zorgen dat er zich
geen ongewenste situaties kunnen voordoen (bijv.
een te hoge watertemperatuur naar de vloer-
verwarmingslussen, enz.).
■
De installateur moet ervoor zorgen dat het
watercircuit goed uitgebalanceerd is (bijv. bij een
verzoek om warm water voor huishoudelijk
gebruik moet er ook nog voldoende water naar
andere toestellen worden gestuurd, enz.)
■
Rotex biedt geen temperatuurverlagings-
apparaten aan (
). Dit systeem biedt alleen de
mogelijkheid om meerdere instelpunten te
gebruiken.
■
Het wordt aanbevolen om de automatische
opslagfunctie voor het verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik alleen te gebruiken in geval
van patroon A (met een hoog instelpunt van de
temperatuur).
Binnenunit
DHW
Tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik
TRD
Temperatuurverlagingsapparaat
Space 0
Ruimte 0
Space 1
Ruimte 1
Space 2
Ruimte 2
Nivelleringsreservoir
A
Klassieke besturing met kamerthermostaat met
kamerthermostaatfunctie van afstandsbediening en externe
kamerthermostaat
(1) Wanneer voor de instelling van ruimte 0 de automatische weersafhankelijke
functie wordt gebruikt, moet u erop letten dat de laagst mogelijke temperatuur
van het variabele instelpunt van ruimte 0 (inclusief de mogelijke negatieve
verschuivingswaarde) hoger is dan het instelpunt van de temperatuur van
ruimte 1 en 2.
Dit betekent dat lokale instelling [3-03] van ruimte 0 hoger moet zijn dan het
instelpunt van de temperatuur van ruimte 1 en 2.
Space 1
DHW
Space 2
Space 0
M
A
TRD
TRD
DHW
TRD
TRD
Space 1
Space 2
Space 0
A
M