Montagehandleiding
16
RKHBH/X008AA
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW50203-1A
Configuratie van de installatie van de kamerthermostaat
In de volgende tabel vindt u een beknopt overzicht van de vereiste
configuratie en de thermostaatbedrading aan de klemmenstrook in
de schakelkast. De pompwerking staat aangegeven in de derde
kolom. In de drie laatste kolommen wordt aangegeven of de
volgende functie beschikbaar is op de gebruikersinterface (UI) of
door de thermostaat (T) wordt bepaald:
•
ruimteverwarming of koelen aan/uit (
y
)
•
omschakelen verwarmen/koelen (
=
)
•
weektimers verwarmen en koelen (
pr
)
Configuratie van de pompwerking
Zonder kamerthermostaat
Wanneer op de binnenunit geen kamerthermostaat is aangesloten,
wordt de pompwerking bepaald door de uitlaatwatertemperatuur.
Ga als volgt te werk om de pomp continu te laten werken wanneer
geen kamerthermostaat is aangesloten:
-
zet DIP-schakelaar SS2-3 op ON,
-
sluit klem 1-2-4 op de klemmenstrook in de schakelkast kort.
Met kamerthermostaat
Wanneer op de binnenunit een thermostaat is aangesloten, werkt de
pomp continu wanneer de thermostaat een vraag om verwarmen of
koelen stuurt.
■
Wanneer op de binnenunit geen kamer-
thermostaat is aangesloten, moet DIP-
schakelaar SS2-3 op OFF worden gezet.
■
Wanneer op de binnenunit een kamer-
thermostaat is aangesloten, moet DIP-
schakelaar SS2-3 op ON worden gezet.
■
Stel op de kamerthermostaat de hysteresis juist in om te voor-
komen dat de pomp herhaaldelijk wordt in- en uitgeschakeld
(d.w.z. denderen), wat de levensduur van de pomp zou
verkorten.
LET OP
■
Wanneer op de binnenunit een kamerthermostaat
is aangesloten, zijn de weektimers voor verwarmen
en koelen nooit beschikbaar. Dit heeft geen invloed
op andere weektimers. Voor meer informatie over
de weektimers, zie de gebruiksaanwijzing.
■
Wanneer op de binnenunit een kamerthermostaat
is aangesloten en op de
=
- of
y
-knop wordt
gedrukt, knippert de indicator voor gecentrali-
seerde besturing
e
om aan te geven dat de
kamerthermostaat voorrang heeft en de aan/uit-
werking en het omschakelen bepaalt.
4
3
2
1
ON
OFF
4
3
2
1
ON
OFF
Thermostaat
Configuratie
Pompwerking
y
y
y
y
=
=
=
=
p
p
p
pr
r
r
r
Geen
thermostaat
• SS2-3 = OFF
• bedrading:
(geen)
bepaald door
uitlaatwater-
temperatuur
(a)
(a) De pomp wordt gestopt wanneer verwarmen/koelen van ruimten wordt
uitgeschakeld of wanneer het water de op de gebruikersinterface ingestelde
temperatuur heeft bereikt. Wanneer verwarmen/koelen van ruimten is
ingeschakeld, werkt de pomp om de 5 minuten gedurende 3 minuten om de
watertemperatuur op peil te houden.
UI
UI
UI
• SS2-3 = ON
• bedrading:
aan wanneer
verwarmen of
koelen van
ruimten aan is
(
y
)
UI
UI
UI
Thermostaat
alleen
verwarmen
• SS2-3 = ON
• bedrading:
aan bij vraag
voor ver-
warming door
kamer-
thermostaat
T
—
—
Thermostaat
met schakelaar
verwarmen/koel
en
• SS2-3 = ON
• bedrading:
aan bij vraag
voor
verwarming of
vraag voor
koelen door
kamer-
thermostaat
T
T
—
th =
Thermostaatcontact
C =
Koelcontact
H =
Verwarmingscontact
L, N =
230 V wisselstroom
LET OP
Om de pompsnelheid in te stellen, zie "Pompsnelheid
instellen" op pagina 17.
X2M
H C L N
1
2
3
4
X2M
H C L N
1
2
3
4
X2M
H C
th
L N
1
2
3
4
X2M
H C
H
th
C
L N
1
2
3
4
1D_IM_4PW50203-1A.book Page 16 Thursday, January 29, 2009 10:51 AM