43
7.6
Ombouw naar andere gassoort
VOORZICHTIG
Werkzaamheden aan gasvoerende delen mogen
uitsluitend door een erkend installateur uitgevoerd
worden.
Als op het toestel een andere gassoort wordt aangesloten dan waarvoor het toestel door de
fabrikant is afgesteld dient de gasdoseerring vervangen te worden. Ombouw sets t.b.v. andere
gassoorten zijn op bestelling leverbaar.
Ombouwen van de doseerring
1.
Schakel de ketel uit en neem de steker uit de wandcontactdoos.
2.
Sluit de gaskraan.
3.
Verwijder het frontpaneel van het toestel.
4.
Neem de koppeling (A) boven het gasblok los en draai de gasmengbuis (B) naar achteren.
5.
Vervang de O-ring (C) en de gasdoseerring (D) door de ringen van de ombouwset.
6.
In omgekeerde volgorde weer opbouwen.
7.
Open de gaskraan.
8.
Controleer de gaskoppelingen voor het gasblok op dichtheid.
9.
Plaats de steker in de wandcontactdoos en schakel de ketel in.
10.
Controleer de gaskoppelingen na het gasblok op dichtheid (tijdens bedrijf).
11.
Controleer nu de afstelling van de gas/luchtverhouding (zie § 8.2).
12.
Plak een sticker ingestelde gassoort over de bestaande sticker bij het gasblok.
13.
Plak een sticker ingestelde gassoort bij de typeplaat.
14.
Monteer het frontpaneel van het toestel.
8.2
Gas/luchtregeling
De CO
2
- instelling is ingesteld in de fabriek en heeft in principe geen aanpassingen nodig. De
instelling kan worden gecontroleerd door het CO
2
percentage in de verbrandingsgassen te
meten. In geval van een mogelijke storing van de aanpassing, moet de vervanging van de
gasklep of de omzetting naar een ander gastype worden gecontroleerd en indien nodig
ingesteld volgens de onderstaande instructies. Controleer altijd het CO
2
percentage wanneer
het deksel open staat.
VOORZICHTIG
CO
2
controle dient met geopende mantel plaats te vinden.
Met gesloten mantel kan het CO
2
% hoger zijn dan de in
bovenstaande tabel vermelde waarden.
Gassoort
Aardgas
Propaan
Gascategorie
2E/H G20
3P / G31
CO
2
% op Laagstand (L)
(
en
)
Met geopende mantel
See par. 8.3
2
% op Hoogstand (H)
(
en
2x
)
Met geopende mantel
Gasvoordruk (mbar)
20
30/37/50
Gasdoseerring :
(alleen geldig in combinatie met ventilator met
geïntegreerde tunnel venturi (zie tekening)
Aardgas
Propaan
RKOMBG22AAV1
505
410
RKOMBG28AAV1
600
480
RKOMBG33AAV1
655
525