14
Bediening
Ga voorzichtig met het product om. Vermijd stoten, schokken of vallen vanaf
een lage hoogte. Het product kan daardoor worden beschadigd.
Laden van de accu
Verbindt het laadcontact (6) van de lamp met behulp van de meegeleverde USB-
laadkabel met een geschikte USB-poort of met het meegeleverde laadapparaat en
daarnaast met een geschikte wandcontactdoos.
Tijdens het opladen brandt het laadcontrolelampje (2) aan de voorzijde van de
lamp rood, na voltooiing van het opladen brandt het lampje groen.
Wanneer het opladen is voltooid, moet u de lamp loskoppelen van de laadkabel.
Gebruik
Boven het lichtveld (1) bevinden zich de AAN/UIT-toets (3) en de sensortoets
(4). Druk de AAN/UIT-toets in, om het lichtveld met half vermogen (150 lm) in te
schakelen. Druk de AAN/UIT-toets opnieuw in, om het lichtveld met volledig
vermogen (300 lm) in te schakelen. Door nogmaals op de AAN-/UIT-knop te
drukken, gaat de lamp uit.
Druk de sensortoets (4) in om de bewegingssensor van de lamp in te
schakelen. Het sensorcontrolelampje (5) wordt ingeschakeld en de sensoren (7)
worden geactiveerd. Beweeg uw hand snel voorbij de lamp op een afstand van
maximaal 10 cm om de lamp op volle lichtsterkte in te schakelen. Beweeg uw
hand op dezelfde manier weer langs de lamp om deze weer uit te schakelen.
Onderhoud en opslag
Gebruik voor de reiniging van de lamp geen agressieve chemicaliën,
oplosmiddelen of schuurmiddelen. Laat geen vloeistoffen op een of andere manier
binnendringen in de lamp en dompel de lamp ook niet onder in vloeistoffen.
Bewaar de lamp op een plaats die beschermd is tegen direct zonlicht, stof, vocht,
extreme temperaturen en trillingen en houd hem buiten het bereik van kinderen.