Instellen van de temperatuurregeling
1)
Wanneer u de temperatuurknoppen voor de eerste keer gebruikt, zal de LED de voorgaande
temperatuur weergeven (de fabrieksinstellingen zijn 10°C voor het bovenste deel en 16°C voor
het onderste deel)
2)
De gradenindicator verschijnt op het display,
voor het bovenste deel en
voor het
onderste deel
3)
De temperatuurinstellingen van elk deel is aan te passen binnen een bereik van 5-18°C (40-
65°F).
4)
NB: de temperatuur van het onderste deel moet ALTIJD gelijk of hoger zijn dan die van het
bovenste deel
5)
Als u de OMHOOG-knop één keer indrukt wordt de temperatuur met 1°C of 1°F verhoogd en
wanneer u de OMLAAG-knop één keer indrukt wordt de temperatuur met 1°C of 1°F verlaagd
6)
Bij het bewaren van voornamelijk rode wijn moet de temperatuur tussen 15-18°C worden
ingesteld en zal de rode LED branden
7)
Bij het bewaren van voornamelijk witte wijn moet de temperatuur tussen 9-14°C worden
ingesteld en zal de groene LED branden
8)
Bij het bewaren van voornamelijk mousserende wijn moet de temperatuur tussen 5-8°C
worden ingesteld en zal de gele LED branden
9)
Om de actuele temperatuur van de wijnklimaatkast te zien, drukt u de OMHOOG- of OMLAAG-
knop in en zal de temperatuur op het display knipperen gedurende vijf seconden
Ontdooien
1)
De unit heeft een automatische ontdooiingsfunctie
Opslag
CE217
: in het bovenste deel kunnen 40 wijnflessen worden geplaatst – 8 flessen per reklaag.
in het onderste deel kunnen 52 wijnflessen worden geplaatst – 8 flessen per volledige
plankgrootte en 6 op elke halve plankgrootte