Inleiding tot de RDS-bediening
6 5
3
4
1
2
RDS (radiodatasysteem) bevat niet-hoorbare
informatie die helpt bij het zoeken naar radio-
zenders.
1
Frequentiebandindicator
Deze geeft aan op welke band de radio is af-
gestemd: MW/LW of FM.
2
Programmaservicenaam
Deze toont de naam van het programma.
3
Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is ge-
selecteerd.
4
TP-indicator
Deze geeft aan of er is afgestemd op een TP-
zender.
5
TA-indicator
Deze geeft aan of de functie TA (stand-by
voor verkeersberichten) is ingeschakeld.
6
AF-indicator
Deze geeft aan of de functie AF (zoeken
naar alternatieve frequenties) is ingescha-
keld.
%
Druk op FUNCTION om de namen van
de functies op het display weer te geven.
Druk herhaaldelijk op
FUNCTION
om te scha-
kelen tussen de volgende functies:
BSM
(geheugen voor beste zenders)
—
REG
(re-
gionaal)
—
LOCAL
(automatisch afstemmen op
lokale zenders)
—
TA
(stand-by voor verkeersbe-
richten)
—
AF
(zoeken naar alternatieve fre-
quenties)
#
Druk op
BAND
om terug te keren naar het fre-
quentiedisplay.
#
Als de MW/LW-band is geselecteerd, kunt u al-
leen kiezen uit
BSM
of
LOCAL
.
Opmerkingen
!
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display au-
tomatisch terug naar het frequentiedisplay.
!
Het is mogelijk dat niet alle zenders RDS-dien-
sten leveren.
!
RDS-functies zoals AF en TA werken alleen
wanneer u heeft afgestemd op een RDS-
zender.
Weergave van het RDS-
display wijzigen
%
Druk op DISPLAY.
Druk meerdere keren op
DISPLAY
om één van
de volgende instellingen te selecteren:
Programmaservicenaam
—
PTY-informatie
—
Frequentie
De PTY-lijst (ID-code en programmatypen)
vindt u op bladzijde 68.
#
De PTY-informatie en de frequentie van de hui-
dige zender worden acht seconden op het display
getoond.
#
Als de PTY-code
‘
nul
’
van een zender wordt
ontvangen of als het signaal te zwak is zodat het
toestel geen PTY-code kan ontvangen, kunt u de
weergave van PTY-informatie niet inschakelen.
RDS
Nl
66
Hoofdstuk
04