NL
50
NL
51
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
ALGEMENE VEILIGHEIDSWAARSCHUWING
ELEKTRISCH GEREEDSCHAP
WAARSCHUWING Lees alle veilig-
heidswaarschuwingen, instructies,
illustraties en specificaties die bij dit elek-
trisch gereedschap zijn meegeleverd.
Het
niet opvolgen van de waarschuwingen en in-
structies kan elektrische schokken, brand en /
of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle waarschuwingen en instruc-
ties voor later gebruik.
De term „elektrisch gereedschap“ in de waar-
schuwingen heeft betrekking op (bekabelde)
elektrische gereedschappen of (draadloze) elek-
trische gereedschappen met een accu (batterij).
1 VEILIGHEID WERKGEBIED
a)
Houd het werkgebied schoon en goed
verlicht.
Niet open of donkere ruimtes kun-
nen ongevallen uitlokken.
b)
Gebruik elektrische gereedschappen
niet in explosieve atmosferen, zoals in
de nabijheid van ontvlambare vloeistof-
fen, gassen of stof.
Elektrische gereed-
schappen veroorzaken vonken die stof of
gassen kunnen ontsteken.
c)
Houd kinderen en omstanders uit de
buurt tijdens het werken met elektrische
gereedschappen.
Als u wordt afgeleid,
kunt de controle kwijtraken.
2 ELEKTRISCHE VEILIGHEID
a)
Stekkers van elektrische gereedschap-
pen moeten op contactdozen passen. Pas
nooit de stekkeraansluiting aan. Gebruik
nooit stekkers met geaarde elektrische
gereedschappen.
Niet aangepaste stekkers
en overeenkomstige contactdozen verminde-
ren de kans op elektrische schokken.
b)
Voorkom lichaamscontact met geaarde
oppervlakken, zoals leidingen, radiato-
ren en koelers.
Er bestaat een verhoogd
risico op elektrische schokken, als uw li-
chaam geraard is.
c)
Stel elektrische gereedschappen niet
bloot aan regen of vocht.
Water dat in
elektrische gereedschappen binnendringt
vergroot de kans op schokken.
d)
Gebruik de kabel niet ondoelmatig. Ge-
bruik de kabel nooit om het gereesschap
mee te dragen of mee (los) te trekken.
Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie,
scherpe randen of bewegende onderde-
len.
Beschadigde of verwarde kabels ver-
groten het risico op schokken.
e)
Wanneer u elektrische gereedschap-
pen buiten gebruikt, gebruikt dan een
geschikte verlengkabel.
Een kabel die
geschikt is voor buitengebruik verkleint het
risico op schokken.
f)
Als u elektrische gereedschappen moet
gebruiken in een vochtige omgeving, ge-
bruik dan een aardlekschakelaar.
Hier-
mee verkleint u het risico op schokken.
3 PERSOONLIJKE VEILIGHEID
a)
Blijf alert, let op wat u doet en gebruik
uw gezonde verstand wanneer u elektri-
sche gereedschappen bedient. Gebruik
geen elektrische gereedschappen, wan-
neer u vermoeid bent of onder invloed
van drugs, alcohol of medicijnen.
Een
ogenblik van onoplettendheid met elektri-
sche gereedschappen kan ernstig letsel
veroorzaken.
b)
Gebruik een persoonlijke veiligheids-
uitrusting. Draag altijd gehoorbescher-
ming.
Een beschermende uitrusting, zoals
een stofmasker, antislip-veiligheidsschoe-
nen, een helm of gehoorbescherming indien
nodig, beperken de kans op letsel.
c)
Voorkom onbedoeld startten. Zorg dat
de schakelaar in de uit-stand staat,
wanneer u elektrische gereedschappen
aansluit op een voeding/of batterijen, of
wanneer deze oppakt of draagt.
Wanneer
u elektrische gereedschappen draagt met
uw vinger op de schakelaar of wanneer u
elektrische gereedschappen aanzet waarbij
de schakelaar reeds in de aan-stand staat,
kunnen er ongelukken gebeuren.
d)
Verwijder stelsleutels voordat u het ge-
reedschap inschakelt.
Een sleutel die niet
is weggehaald van het elektrische gereed-
schap kan letsel veroorzaken.
e)
Reik niet te ver. Zorg te allen tijde voor
een goede balans.
Hierdoor hebt u meer
controle over de elektrische gereedschap-
pen bij onverwachte situaties.
f)
Zorg voor geschikte kleding. Draag geen
losse kleding of sieraden. Houd haar, kle-
ding en handschoenen uit de buurt van
bewegende onderdelen.
Losse kleding,
sieraden en lang haar kunnen de bewegende
delen naar binnen worden getrokken.
g)
Als er gebruik wordt gemaakt van ap-
paraten voor stofextractie en andere op-
vangfaciliteiten, zorg dan dat deze goed
zijn aangesloten en correct worden ge-
bruikt.
Het gebruik van stofopvanging kan
stofgerelateerd gevaar reduceren.
h)
Zorg ervoor dat het feit dat u bekend
met het frequente gebruik van gereed-
schappen niet betekent dat u onoplet-
tend wordt en de veiligheidsprincipes
negeert.
Onzorgvuldig handelen kan bin-
nen een fractie van een seconde tot ernstige
verwondingen leiden.
4 GEBRUIK EN OMGANG MET ELEKTRI-
SCHE GEREEDSCHAPPEN
a)
Forceer het elektrische gereedschap
niet. Gebruik de juiste elektrische ge-
reedschappen voor uw toepassing.
Met
de juiste elektrische gereedschappen voert
u taken beter en veiliger uit en in overeen-
stemming met het beoogde doel.
b)
Gebruik het elektrisch gereedschap
niet als het niet met de schakelaar kan
worden in- en uitgeschakeld.
Elektrisch
gereedschap dat niet kan worden gecon-
troleerd met de schakelaar, is gevaarlijk en
moet worden gerepareerd.
c)
Trek de stekker uit het stopcontact en/
of de accu, indien verwijderbaar, uit
het elektrisch gereedschap voordat u
instellingen verricht aan het elektrisch
gereedschap, accessoires verwisselt of
elektrisch gereedschap opbergt.
Derge-
lijke preventieve maatregelen verminderen
het risico dat u het elektrisch gereedschap
per ongeluk start.
d)
Bewaar ongebruikt elektrisch gereed-
schap uit de buurt van kinderen en laat
personen toe die onbekend zijn met het
elektrisch gereedschap of de instructies
die nodig zijn om het elektrisch gereed-
schap te bedienen.
Elektrische gereed-
schappen zijn gevaarlijk in de handen van
onervaren gebruikers.
e)
Onderhoud elektrisch gereedschap en
accessoires. Controleer op een verkeer-
de instelling of vastzitten van bewegen-
de delen, onderdelenbreuk en andere
omstandigheden die van invloed kunnen
zijn op de werking van het elektrisch ge-
reedschap. Laat het elektrisch gereed-
schap indien beschadigd repareren vóór
gebruik.
Veel ongelukken worden veroor-
zaakt door slecht onderhouden elektrisch
gereedschap.
f)
Houd snijgereedschap scher en schoon.
Goed onderhouden snijgereedschap met
scherpe snijranden zullen minder vaak vast-
lopen en zijn eenvoudiger in het gebruik.
g)
Gebruik het elektrisch gereedschap,
de accessoires en inzetstukken etc. in
in overeenstemming met deze instruc-
ties, en houd rekening met de werk-
omstandigheden en het uit te voeren
werk.
Het gebruik van elektrisch gereed-
schap voor andere doeleinden dan waar-
voor bedoeld kan tot gevaarlijke situaties
leiden.
h)
Houd de handvaten en grijpvlakken
droog, schoon en vrij van olie en vet.
Glad-
de handgrepen en grijpvlakken verhinderen
een veilige omgang met en controle van het
gereedschap in onverwachte situaties.
5 GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN HET BAT-
TERIJGEREEDSCHAP
a)
Alleen opladen met de oplader van de
fabrikant.
Een oplader die geschikt is voor
één type batterijpack (accu) kan een bran-
drisico veroorzaken in combinatie met een
andere accu.
b)
Gebruik elektrisch gereedschap alleen
met speciaal hiervoor ontworpen accu's.
Gebruik van een andere accu kan een risico
op verwondingen en brand veroorzaken.