PWS 125 F6
■
62
│
NL
│
BE
Bij dunne slijpschijven (zie afbeelding 1)
♦
De rand van de spanmoer
e
wijst omhoog,
zodat een dunne slijpschijf stevig vastgezet
kan worden.
12
≤ 3,2 mm
Afb. 1
♦
Druk op de asvergrendelknop
q
om de aan-
drijving te blokkeren.
♦
Draai de spanmoer
e
weer vast met de
pensleutel
z
.
Bij dikke slijpschijven (zie afbeelding 2)
> 3,2 mm
Afb. 2
De rand van de spanmoer
e
wijst omlaag, zodat
de dikke slijpschijf stevig op de as
r
kan worden
vastgezet.
♦
Vergrendel de as
r
.
♦
Draai de spanmoer
e
met de wijzers van de
klok mee vast met de pensleutel
z
.
OPMERKING
►
Als de schijf na de vervanging onregelmatig
draait of trilt, moet deze schijf meteen weer
worden vervangen.
♦
Laat het apparaat na een vervanging van de
schijf voor de zekerheid 60 seconden op het
hoogste toerental draaien. Let op ongewone
geluiden en vonkvorming.
♦
Controleer of alle bevestigingsonderdelen
correct zijn aangebracht.
♦
Zorg ervoor dat de draairichtingspijl (indien
aanwezig) op de doorslijp-, of afbraamschijf
(ook bij diamant-doorslijpschijven) en de draai-
richting van het apparaat (draairichtingspijl op
de kop van het apparaat) overeenstemmen.
In- en uitschakelen
Controleer het gemonteerde hulpstuk voor gebruik.
Het moet perfect gemonteerd zijn, mag niet be-
schadigd of vochtig zijn of barsten vertonen en moet
vrij draaien. Voer een testrun uit die 60 seconden
duurt. Gebruik geen vervormde of vibrerende
gereedschappen. Let op ongewone geluiden en
vonkvorming. Controleer daarna of alle bevesti-
gingsonderdelen correct zijn aangebracht.
OPMERKING
►
Zet de haakse slijper altijd aan voordat deze
contact maakt met het materiaal en plaats het
apparaat pas daarna op het werkstuk.
Inschakelen
♦
Druk op de inschakelblokkering
3
(zie afb. D).
♦
Druk daarna op de aan-/uitknop
2
.
Uitschakelen
♦
Druk nogmaals op de AAN / UIT-schake-
laar
2
.
Toerental instellen
♦
Zet het toerental-regelwiel
1
op een stand
tussen 1 en 6.