23
(1)
Alle losse rommel moet zijn verwijderd uit de behuizing, in
het bijzonder metaalgruis, stukjes draad en clips.
(2)
De bedieningsbedrading moet correct zijn aangesloten en
alle elektrische aansluitingen moeten goed vast zitten.
(3)
De tussenstukken die de compressor tegen beschadiging
beschermen tijdens het vervoer moeten zijn verwijderd. Is
dat niet het geval, verwijder ze dan nu.
(4)
De transporttussenstukken voor de binnenventilator
moeten zijn verwijderd. Is dat niet het geval, verwijder ze
dan nu.
8.
PR
OEFDRAAIEN
8-1. Voorbereiden
proefdraaien
●
Voor u probeert om de airconditioner op te starten, moet u de volgende punten controleren:
(5)
De bedrijfskleppen voor de gasleiding en die voor de
vloeistofleiding moeten open staan. Is dat niet het geval,
open ze dan nu.
Vloeistofleiding
'ASLEIDING
(6)
Vraag de klant om aanwezig te zijn bij het proefdraaien.
Leg de inhoud van de handleiding uit en laat de klant het
systeem daadwerkelijk bedienen.
'EEFDEHANDLEIDINGENHETGARANTIECERTIFICAATAANDEKLANT
●
Als het noodzakelijk is om instellingen te verrichten zoals die voor het systeemadres wanneer u wilt proefdraaien, moet u
het bovenpaneel en de afdekking van de elektrische componentenkast verwijderen zoals hieronder staat afgebeeld en alle
schakelaars op het printbord voor de bediening controleren.
(1)
Verwijder het bovenpaneel door vijf
schroeven los te draaien.
(2)
Om de afdekking van de elektrische
componentenkast te verwijderen, moet
u de vergrendelingen op de afdekking
in de richting van de pijl drukken
terwijl u de handgreep met een hand
vasthoudt.
Afdekking elektrische componentenkast
Vergrendelingen
Handgreep
3CHROEVEN¾
LED1
LED2
TEST
CHK
SA1
#.%-'
STOP
RUN
MODE
CN-TERMINAL
DIP-schakelaar
systeemadres
05-0$/7.
Draaischakelaar
systeemadres
A ADD
24
8-2. Let
op
●
Deze unit kan worden gebruikt in een enkelvoudig koelsysteem, waarin 1 buitenunit is aangesloten op 1 binnenunit.
●
De printborden voor de bediening van de binnen- buitenunit maken gebruik van programmeerbare halfgeleider
geheugenelementen (EEPROM). De voor gebruik vereiste instellingen zijn gemaakt af fabriek.
Alleen de correcte combinaties van binnen- en buitenunits kunnen worden gebruikt.
●
Deze paragraaf over het proefdraaien beschrijft hoofdzakelijk de procedure bij gebruik van de afstandsbediening met
draad.
Raadpleeg de installatie-instructies van de draadloze afstandsbediening voor meer informatie over de draadloze
afstandsbediening.
8-3. Proefdraaiprocedure
JA
NEE
NEE
JA
Controleer de items die gecontroleerd moeten worden
voor het proefdraaien.
(Zie 8-4)
7ORDTER
groepsbediening met
meerdere buitenunits
gebruikt?
Schakel de stroom voor de binnen- en
buitenunits in (ON).
'EEFHETCOMBINATIENUMMERAANNOTEER
(Zie 8-9)
Automatische
adresinstelling
Stel de afstandsbediening in voor het “proefdraaien”.
(Zie 8-5)
Kan de
werking worden opgestart?
Zet de afstandsbediening terug in de normale
bedieningsstand.
(Zie 8-7)
Instellen van de systeemadressen
voor de buitenunit
*
Zie paragraaf 8-12 wanneer u het
“proefdraaien” uitvoert met de
indicator van de binnenunit (Type K1).
Stel het systeemadres van de
buitenunit in.
Automatische adresinstelling
(Zie 8-8)
'EBRUIKDEAFSTANDSBEDIENINGOM
de automatische adresinstelling
uit te voeren.
(Zie 8-11)
Automatische adresinstelling
vanaf de buitenunit
Zie paragraaf “8-10. Tabel met
zelfdiagnostische functies en correcties”
om het systeem te controleren.
Controleer verder het schakelingsschema
en maak wijzigingen indien nodig.
8-4.
Te controleren items voor het proefdraaien
Zet de gesloten kleppen aan de vloeistofleidingkant en de gasleidingkant helemaal open.
105
NEDERLANDS
00_2WAY_All_282008.indb 105
00_2WAY_All_282008.indb 105
2016/12/1 9:56:03
2016/12/1 9:56:03