128
3-3. Installeren van de afvoerpijp
(1) Bereid een standaard hard PVC pijp voor (buitenafmeting
32 mm) voor de afvoer en gebruik de meegeleverde
slangenklem om waterlekkage te voorkomen.
De PVC pijp moet apart worden aangeschaft.
Het doorzichtige deel van de afvoer op de unit zelf maakt
het mogelijk de afvoer te controleren. (Afb. 3-8)
LET OP
●
Gebruik geen plakband op de afvoeraansluiting van de
binnenunit.
●
Breng de afvoerpijp in tot deze de aansluiting raakt en
zet hem goed vast met de slangenklem.
●
Gebruik de meegeleverde afvoerslang niet wanneer
deze in een hoek van 90° verbogen wordt. (De maximaal
toelaatbare hoek is 45°.)
●
Draai de slangenklemmen zo vast dat de
vergrendelingsmoeren naar boven wijzen. (Afb. 3-8)
Breng de slangenklem in lijn met het uiteinde
van de slang en draai deze zo vast dat deze de
opstaande rand niet raakt.
Afvoercontroledeel
van afvoeropening
(doorzichtig)
Afvoerslang
(meegeleverd)
Hard PVC
aansluiting
VP-25 (niet
meegeleverd)
Hard PVC pijp
VP-25 (niet
meegeleverd)
Opstaande rand
Pakking
(meegeleverd)
PVC-lijm
Afb. 3-8
(2) Nadat u de afvoerpijp goed heeft vastgezet, wikkelt u de
meegeleverde pakking en de isolatie voor de afvoerpijp
eromheen en zet u dit vast met de plastic klemmen.
(Afb. 3-9)
Afvoerisolatiestuk (meegeleverd)
Plastic klemmen
(ter plaatse aan te schaffen)
Afb.
3-9
OPMERKING
Zorg ervoor dat de afvoerpijp een dalende helling heeft (1/100
of meer) en dat er geen water kan blijven staan.
LET OP
●
Installeer geen ontluchting, want hierdoor kan er water
uit de uitlaat van de afvoerpijp spetteren. (Afb. 3-10)
Verboden
Ontluchting
Afb. 3-10
●
Als de afvoerpijp hoger aangebracht moet worden, mag
het gedeelte direct na de aansluiting maximaal 500 mm
omhoog gaan. Ga niet hoger dan 500 mm, want dit kan
leiden tot waterlekkage. (Afb. 3-11)
300 mm of minder
500 mm of minder
Goed
Afb. 3-11
●
Installeer de pijp niet met een stijgende helling vanaf de
aansluiting. Hierdoor zal het afvoerwater teruglopen en gaan
lekken wanneer de unit niet werkt. (Afb. 3-12)
Helling naar boven
Verboden
Afb. 3-12
●
Zet geen kracht op de leidingen aan de kant van de unit
wanneer u de afvoerpijp aansluit. De pijp mag niet zonder
ondersteuning aan de aansluiting met de unit hangen. Maak
de pijp zo dicht mogelijk bij de unit vast aan een muur, balk
of ander constructiedeel. (Afb. 3-13)
Steunen
Afb. 3-13
3-4. Controleren van de afvoer
Nadat de bedrading en de afvoerleiding voltooid zijn, moet u de
volgende procedure gebruiken om te controleren of het water
goed afgevoerd wordt. Zorg van tevoren voor een emmer en
poetsdoeken om eventueel gemorst water op te vangen en weg
te vegen.
(1) Schakel de stroom in voor het stroomaansluitingenbord (R,
S aansluitingen) in de elektrische componentenkast.
(2) Verwijder afdekking van de leidingen en schenk langzaam
ongeveer 1.200 cc water door de opening in de afvoerpan
om de afvoer te controleren.
(3) Sluit de controlepin (CHK) op het printbord van de
binnenunit kort en laat de afvoerpomp werken. Controleer
de waterstroom door het doorzichtige deel van de afvoer
en controleer of er lekkage is.
LET OP
Wees voorzichtig, want de ventilator zal beginnen te
draaien wanneer u de pen op het printbord van de
binnenunit kortsluit.
(4) Wanneer u klaar bent met het controleren van de afvoer,
moet u de controlepin (CHK) weer vrijmaken en de isolatie
en de dop weer terugdoen op de inspectie-opening van de
afvoer.
Waterinlaat
Afb. 3-14
II̲09̲F616388̲EU̲L.indb 128
II̲09̲F616388̲EU̲L.indb 128
2013/12/11 15:13:15
2013/12/11 15:13:15